Vragen van het lid Van Klaveren (PVV) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over falend toezicht op jihadisten (ingezonden 27 januari 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 5 februari 2014).

Vraag 1

Kent u het bericht «Toezicht jihadi faalt»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoeveel jihadisten die onder toezicht stonden zijn er in totaal afgereisd naar het buitenland? In welke landen bevinden deze jihadisten zich momenteel?

Antwoord 2

Op dit moment is sprake van één uitreiziger die onder toezicht van de reclassering stond. De betreffende persoon is waarschijnlijk naar Syrië afgereisd. De andere persoon waarover in het aangehaalde artikel wordt gesproken, stond niet onder toezicht van de reclassering.

Vraag 3

Deelt u de mening dat deze figuren bij terugkomst opgepakt, vastgezet en waar mogelijk gedenaturaliseerd dienen te worden? Zo nee, hoe lang zet u dit beleid van pappen en nathouden nog voort?

Antwoord 3

Van elke naar Nederland teruggekeerde jihadstrijder maakt de AIVD een dreigingsinschatting. Het landelijk parket zet daarnaast zoveel mogelijk in op strafrechtelijke vervolging. Parallel hieraan zet de burgemeester in de lokale driehoek een specifieke en individuele aanpak in om de mogelijke dreiging die van deze persoon en zijn omgeving uitgaan te verminderen. Zo kan het paspoort vervallen verklaard worden als sprake is van gegronde vermoedens dat een persoon intenties heeft (nogmaals) uit te reizen naar jihadistische strijdgebieden (op basis van artikel 23 van de Paspoortwet).

Op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap is het mogelijk het Nederlanderschap in te trekken als sprake is van een onherroepelijke veroordeling wegens een terroristisch misdrijf. Voorwaarde is dat de betrokken persoon naast de Nederlandse nationaliteit ook nog een andere nationaliteit bezit. Intrekking is niet mogelijk als staatloosheid daarvan het gevolg is. Voorwaarde is eveneens dat het misdrijf na 1 oktober 2010 is gepleegd. Na het intrekken van het Nederlanderschap, wordt betrokkene ongewenst vreemdeling verklaard en wordt hij uitgezet.

Vraag 4

Hoe lang moeten we nog wachten voordat u de jihad, de gewapende islamitische strijd, als zodanig strafbaar stelt?

Antwoord 4

Deelname aan de jihadistische strijd of training in het buitenland is reeds strafbaar op grond van artikel 134a Wetboek van Strafrecht (terroristisch misdrijf). Het Openbaar Ministerie (OM) bekijkt per geval wat de mogelijkheden tot vervolging zijn. Daarbij betrekt het OM de bij de Landelijke Eenheid van de politie en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten beschikbare informatie.


X Noot
1

Telegraaf, 24 januari 2014

Naar boven