Vragen van het lid van Veldhoven (D66) aan de Minister en Staatssecretaris van Economische Zaken over het Europese initiatief voor het opstellen van nieuwe duurzame energiedoelstellingen voor 2030 (ingezonden 8 januari 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 4 februari 2014).

Vraag 1

Staat het kabinet nog altijd achter de ambitie uit het regeerakkoord1, dat Nederland voortrekker dient te zijn in de internationale samenwerking op het gebied van duurzaam energiegebruik?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Heeft het kabinet kennisgenomen van de brief2, uitgevaardigd op 23 december jl., waarin acht EU-ministers pleiten voor een duidelijke Europese doelstelling op het gebied van duurzame energie in 2030?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3, 4 en 5

Hoe verhoudt deze brief zich tot de Europese Green Growth Group3, waarvan Nederland deel uit maakt?

Heeft Nederland deelgenomen aan het opstellen van deze brief? Zo nee, waarom niet?

Betekent de Nederlandse afwezigheid bij het opstellen van deze brief dat het kabinet het Europese initiatief voor harde doelstellingen in 2030 niet steunt?

Antwoord 3, 4 en 5

Nederland heeft in de Green Growth Group conform de kabinetsreactie op het Europese Groenboek gepleit voor een CO2-reductiedoel van ten minste 40% ten opzichte van 1990. Binnen de Green Growth Group is over een dergelijk reductiedoel een redelijke mate van consensus ontstaan. In een brief van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Spanje, Italië, Duitsland en Nederland van 10 januari 2014 is dit ook schriftelijk aan de Commissie overgebracht.

Dat ligt anders bij de formulering van aparte doelen voor energiebesparing en hernieuwbare energie. Het Verenigd Koninkrijk is tegen aparte doelen naast het CO2-reductiedoel, terwijl Duitsland daar juist voorstander van is.

In de kabinetsreactie op het Europese Groenboek heeft Nederland destijds geen expliciete houding ten aanzien van een hernieuwbare doelstelling ingenomen om die reden zal NL niet zijn gevraagd om de brief van 23 december jl. waarnaar in vraag 2 verwezen wordt mede te ondertekenen.

Het kabinet zal uw Kamer op korte termijn een reactie geven op het Europese Witboek, dat op 22 januari jl. is verschenen.

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat de Europese samenwerking op het gebied van duurzame energie uw volle aandacht heeft, zodat in het vervolg Nederland een centrale speler blijft in de Europese overlegstructuur naar een duurzame toekomst?

Antwoord 6

Ja. Overleg op Europees niveau zal steeds belangrijker worden om de Europese vraag en het aanbod van met name elektriciteit in een steeds verder integrerende elektriciteitsmarkt in goede banen te leiden waardoor de algehele voorzieningszekerheid kan worden geborgd.


X Noot
1

Hoofdstuk 3, Duurzaam groeien en vernieuwen.

X Noot
3

De «groene groei» lidstaten van de EU zijn verenigd in de Green Growth Group: Nederland, Vereniging Koninkrijk, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Estland, Slovenië, Italië, Portugal, België en Zweden.

Naar boven