Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Agent wil DNA niet afstaan voor databank» (ingezonden 6 augustus 2013).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 27 september 2013).

Vraag 1

Kent u het bericht «Agent wil DNA niet afstaan voor databank»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Deelt u de mening dat het opsporingsbelang bij ernstige misdrijven vergt dat alle agenten, maar in ieder geval alle forensisch rechercheurs, in de eliminatiedatabank zijn opgenomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u er aan doen om er voor te zorgen dat alle agenten, maar in ieder geval alle forensisch rechercheurs, zo spoedig mogelijk in de eliminatiedatabank zijn opgenomen?

Waarom is nog niet aan uw toezegging voldaan, gedaan tijdens het algemeen overleg forensisch onderzoek in december 2012, dat agenten in de eliminatiedatabank zullen worden opgenomen in het kader van de vorming van de Nationale Politie die per 1 januari 2013 is ingevoerd?

Antwoord 2 en 3

Het is belangrijk dat zo veel mogelijk forensisch medewerkers in de databank worden opgenomen. Het is dan ook positief dat de vrijwillige lijn van de politie leidt tot een gestage groei van het aantal medewerkers in de databank.

De start van de Nationale Politie zal hier verder aan bijdragen. Zo ontwikkelt de politie een uniform landelijk privacy reglement. Op deze wijze kennen, in tegenstelling tot de 26 voormalige korpsen met hun eigen regelingen, alle eenheden straks hetzelfde privacyreglement. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat de Nationale Politie zal zorgen voor afdoende registratie in de eliminatiedatabank. In het najaar zal ik, zoals toegezegd, een brief naar uw Kamer sturen waarin ik in de breedte zal ingaan op het toekomstig forensisch onderzoek.


X Noot
1

Dagblad De Limburger, 3 augustus 2013

Naar boven