Vragen van de leden Helder en Klever (Beiden PVV) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht van de Nationale Ombudsman: «fraude valt mee» (ingezonden 13 december 2013).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 28 januari 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 919.

Vraag 1

Kent u het bericht van de Nationale Ombudsman: «fraude valt mee»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Deelt u de mening dat elk geval van fraude keihard aangepakt moet worden en de aangekondigde fraudeaanpak dan ook zo spoedig mogelijk doorgang moet vinden? Zo nee, waarom niet?

Onderschrijft u de stelling van de Nationale Ombudsman dat er zoiets bestaat als «fraude die wel meevalt»? Zo ja, welke fraude is hier mee bedoeld?

Antwoord 2 en 3

Elke vorm van fraude is onacceptabel. Daarom wil het kabinet fraude zo veel mogelijk voorkomen en waar toch fraude plaatsvindt deze aanpakken. Uw kamer ontving op 20 december de Rijksbrede aanpak Fraude. Verder verwijs ik naar het plan van aanpak zorgfraude en de voortgangsrapportage daarover2.

Vraag 4

Deelt u de mening dat dit soort uitspraken van de Nationale Ombudsman een belediging is voor al diegenen die netjes hun belasting en/of premies betalen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, die mening deel ik niet. De Nationale Ombudsman heeft tot taak om toe te zien op de overheid en daarover uitspraken te doen.


X Noot
2

Kamerstukken II, vergaderjaar 2012 – 2013, 28 828, nr. 50.

Naar boven