Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een voorstel voor cheques voor witte werksters (ingezonden 17 januari 2014).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 28 januari 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat bonden en werkgevers een Belgisch systeem bepleiten om een einde te maken aan het zwarte circuit voor schoonmakers?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4, 5 en 6

In welk stadium bevindt de werkzaamheden van de commissie-Kalsbeek zich? Op welke termijn verwacht u het advies, en de kabinetsreactie daarop, naar de Kamer te kunnen sturen?

Deelt u de mening dat het voorstel van dienstencheques een goede maatregel is om de positie te verbeteren van de naar schatting 435.000 werksters die dit werk nu vaak zwart doen, zonder dat zij aanspraak kunnen maken op sociale voorzieningen?

Wat is uw reactie op de brief van wethouder Van der Burg van Amsterdam, waarin hij u verzoekt spoedig over te gaan tot het invoeren van een fiscale regeling voor dienstencheques?

Zijn bij u meer signalen bekend van gemeentelijke bestuurders die over zouden willen gaan tot invoeren van de zogenaamde dienstencheques, al dan niet via een fiscale regeling?

Bent u bereid om op korte termijn over te gaat tot implementatie van het voorstel voor dienstencheques? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3, 4, 5 en 6

Zoals uw Kamer bekend is, heeft het kabinet de commissie Dienstverlening aan huis onder leiding van mevrouw Kalsbeek ingesteld om onderzoek te doen naar een mogelijke verbetering van de positie van huishoudelijk werkers en de gevolgen van eventuele ratificatie van het ILO-verdrag 189 inzake «decent work for domestic workers«, in relatie tot de huidige regeling Dienstverlening aan huis.2 De commissie heeft daarbij de opdracht gekregen om internationale beleidsvarianten, waaronder de Belgische dienstencheques, te vergelijken en deze te betrekken bij de uit te werken beleidsvarianten.

Navraag leert dat het rapport in de afrondende fase is. Zo spoedig mogelijk daarna zal ik u de reactie van het kabinet doen toekomen. Naar verwachting zal dat dit voorjaar zijn.

Ik heb de gemeente Amsterdam bericht het rapport van de commissie af te wachten. Mij zijn geen signalen van andere gemeentes bekend die dienstencheques willen invoeren.


X Noot
1

de Volkskrant, dinsdag 7 januari 2014, pagina 1

X Noot
2

Kamerstukken 11, 2012–2013, 29 544 nr. 425.

Naar boven