Vragen van de leden Dik-Faber en Voordewind (beiden ChristenUnie), Van der Steur (VVD) en Van der Staaij (SGP) aan de Ministers van Volksgezondheid Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie over het gebruik van xtc onder jongeren (ingezonden 6 december 2013).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 28 januari 2014).

Vraag 1

Kent u het bericht «60% procent van de uitgaande jongeren gebruikt xtc»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Wat is uw reactie op de conclusies van «Het Grote Uitgaansonderzoek 2013» van het Trimbos Instituut?

Deelt u de opvatting dat het hoge percentage jongeren dat xtc gebruikt zorgwekkend is?

Antwoord 2 en 3

Allereerst merk ik op dat het «Grote Uitgaansonderzoek» uitgevoerd is onder een specifieke groep jongeren, namelijk frequente party- en clubbezoekers met een voorkeur voor techno- en hardhousemuziek. In deze groep is het middelengebruik veel hoger dan onder de jongeren die niet dergelijke evenementen bezoeken of die minder uitgaan.

Het middelengebruik onder deze specifieke groep vaak uitgaande jongeren vind ik absoluut zorgelijk, evenals het frequent voorkomen van riskant gezondheidsgedrag in relatie tot dergelijk middelengebruik. Mede om die reden heb ik het Trimbos-instituut opdracht gegeven om, zoals ook is aangekondigd in het Nationaal Programma Preventie (NPP), in 2014 te starten met het programma Veilige en Gezonde Horeca en Evenementen (VGHE). Doel is het middelengebruik (tabak, alcohol, drugs, inclusief roekeloos gedrag) en daarmee samenhangende problemen van jongeren in de leeftijd van 16 tot 24 jaar terug te dringen, in samenwerking met de instellingen voor verslavingszorg. Ik ben alert op ontwikkelingen in het middelen gebruik onder jongeren en heb het Trimbos-instituut gevraagd extra aandacht te hebben voor verschuivingen in de jongerencultuur in relatie tot middelengebruik. Dit kan leiden tot aanvullingen van het programma VGHE. In het programma VGHE worden gemeenten ondersteund bij het vormgeven van een gezond en veilig horeca- en evenementenbeleid. Onderdeel van dit programma is bovendien een goede voorlichting aan jongeren en hun ouders over de risico’s van middelengebruik. Het Trimbos-instituut gaat ook in overleg met relevante andere thema-instituten om te bezien of voorlichting over andere thema’s via VGHE kan worden ontsloten. Tot slot zal het Trimbos samenwerken met het door het Ministerie van VenJ gefinancierde Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Het bundelen van preventieve activiteiten op verschillende thema’s krijgt hiermee steeds meer vorm.

Het programma VGHE wordt een vervolg op het project Uitgaan Alcohol en Drugs. Binnen dit project staat voorlichting aan uitgaanders over alcohol en drugs en daarmee samenhangende risico’s zoals geweld centraal. Het programma VGHE gaat, anders dan het huidige project, gemeenten en lokale professionals ondersteunen bij de ontwikkeling van gezond en veilig horecabeleid (handhaving DHW, rookvrije horeca, faciliteren nieuwe leeftijdsgrens tabak, uitvoering Opiumwet) en legt ook meer relaties met andere leefstijlthema’s zoals seksuele gezondheid.

Daarnaast blijf ik natuurlijk doorgaan met het faciliteren van partijen als het Trimbos-instituut die zorg dragen voor voorlichting aan jongeren en hun ouders over middelengebruik via websites, schoolprogramma’s, informatielijnen e.d.

Vraag 4

Kunt u aangeven of de problematiek van het hoge xtc-gebruik ook leidt tot meer ziekenhuisopnames?

Antwoord 4

Uit de incidentenmonitor van het Trimbos-instituut komt inderdaad een toename naar voren. In deze monitor worden in 8 regio’s gegevens van hulpdiensten, waaronder spoedeisende hulpafdelingen van ziekenhuizen, verzameld. Over de periode 2009–2012 steeg daar het percentage XTC-incidenten van 3 naar 11% van het totaal aantal geregistreerde drugsincidenten.

Meer dan door ziekenhuizen worden incidenten na XTC-gebruik gemeld door de deelnemende EHBO-posten op grootschalige evenementen. Het aandeel XTC-incidenten binnen deze diensten is toegenomen van 39% in 2009 naar 61% in 2012.

Vraag 5

Hoe is het mogelijk dat xtc ogenschijnlijk zo gemakkelijk te verkrijgen is?

Antwoord 5

Synthetische drugs zijn, na cannabis, nog steeds de op één na meest gebruikte drugssoort ter wereld. De vraag naar dergelijke drugs tijdens festivals en party’s is groot, ook in Nederland. Dat leidt ertoe dat dealers in deze middelen zich juist op deze plekken richten.

Ondanks de maatregelen die worden genomen is het lastig om deze middelen helemaal buiten de deur te houden. Dat onderstreept het belang van een forse inzet op het aanpakken van de productie en handel in deze middelen. Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 6 en 7.

Vraag 6 en 7

Op welke wijze worden jongeren gecontroleerd op het bezit van harddrugs in het uitgaansleven? Op welke gegevens baseert u dit antwoord?

Deelt u voorts de opvatting, aangezien het bezit van harddrugs strafbaar is en de percentages van het bezit van xtc schrikbarend hoog zijn, er beter gecontroleerd moet worden op het bezit van xtc? Zo ja, hoe wilt u zich hiervoor inzetten?

Antwoord 6 en 7

De zorg voor de orde en veiligheid tijdens een evenement is in beginsel een verantwoordelijkheid van de betreffende organisator. Het is van belang dat organisatoren in overleg met plaatselijke instanties als de GGD, politie en de brandweer de veiligheidsmaatregelen rond grootschalige evenementen voorbereiden. Veelal is dat ook een eis voordat een vergunning wordt afgegeven. Bij grootschalige evenementen zoals party’s, festivals en concerten is bij de ingang vrijwel altijd security aanwezig en moet elke bezoeker zijn tas laten onderzoeken en door een poortje lopen. XTC-pillen zijn echter van een dermate kleine omvang dat het ondanks de security en fouillering bij de ingang mogelijk is dat mensen in bezit van drugs ertussendoor glippen. Bovendien kan het XTC-gebruik ook buiten het terrein van het evenement plaatsvinden. Daarom is het van groot belang om naast de controles bij grootschalige evenementen fors in te zetten op de aanpak van de productie van en de handel in synthetische drugs. Het kabinet doet dit onder andere door de opsporing en ontmanteling van XTC-labs en vervolging van de daders. Voor een meer uitgebreide beschrijving van de inspanningen op dit vlak verwijs ik naar de brief aan uw Kamer van 13 maart 2013 over de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit2.

Vraag 8

Deelt u bovendien de opvatting dat de risico’s die gepaard gaan met het nemen van één of twee pillen anno 2013 veel groter zijn dan enkele jaren geleden?

Antwoord 8

Die mening deel ik zeker. Eind 2009 bedroeg volgens het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) het gemiddelde gehalte aan MDMA van de XTC-pillen die om te testen werden aangeboden 70 mg, eind 2013 ligt dit gemiddelde op 140 mg. Deze ontwikkeling verhoogt vanzelfsprekend de gezondheidsrisico’s bij gelijksoortig gebruik.

Vraag 9

Op welke manier kunnen volgens u ouders, evenementenorganisatoren en gemeenten een intensievere rol spelen bij drugspreventie?

Antwoord 9

Zie het antwoord op vraag 2. Daarnaast kunnen ouders een belangrijke rol vervullen als het gaat om voorlichting aan hun kinderen over de risico’s van drugs. Voor betrouwbare informatie kunnen zij terecht bij het Trimbos-instituut. Voor opvoedtips kunnen zij terecht op de website www.hoepakjijdataan.nl . Ook is het bijvoorbeeld mogelijk een gratis cursus «Praten met uw kind» te volgen.


X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 29 911, nr. 79

Naar boven