Vragen van het lid PaulusJansen (SP) aan de Minister van Economische Zaken over het vastrecht bij productie- en leveringsbedrijven van energie (ingezonden 6 januari 2014).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 27 januari 2014).

Vraag 1

Komt het in andere branches voor dat leveranciers een vastrecht in rekening brengen «... onder andere ten behoeve van tijdige en juiste facturatie, incassokosten en klantenservice»?1 Zo ja, welke?

Antwoord 1

Ja, er zijn verschillende branches waar een soortgelijke vaste, verbruiksonafhankelijke post in rekening wordt gebracht. Voorbeelden hiervan zijn drinkwater, de telecomsector en de bancaire sector.

Vraag 2

Welke criteria hanteert de Autoriteit Consument en Markt voor het beoordelen van de redelijkheid van het in rekening gebrachte vastrecht door productie- en leveringsbedrijven van energie?

Antwoord 2

Energieleveranciers zijn verplicht om op een betrouwbare wijze en tegen redelijke tarieven en voorwaarden energie te leveren aan consumenten en bedrijven. Dit is vastgelegd in de Elektriciteitswet en in de Gaswet. ACM houdt hier toezicht op en heeft daarvoor een beoordelingsmodel ontwikkeld. Op basis hiervan worden de tarieven van de energieleveranciers als geheel, dus de verbruiksafhankelijke en verbruiksonafhankelijke tarieven samen, beoordeeld. Het beoordelingsmodel bestaat uit gemodelleerde kosten, zoals bijvoorbeeld de inkoopkosten die een doelmatig opererende leverancier redelijkerwijs maakt, plus een redelijk rendement. Hieruit volgt een benchmark, die de basis vormt van de beoordeling van de combinatie van het vastrecht en het verbruiksafhankelijke tarief.

Over dit beoordelingsmodel en de criteria die daarin worden gebruikt verstrekt ACM geen gedetailleerde informatie, omdat uit een openbaar beoordelingsmodel een maximumtarief is af te leiden, dat als richtprijs voor de markt kan gaan gelden.

Vraag 3 en 4

Zijn er leveranciers van energie die voor het (standaard-)contract voor onbepaalde tijd geen vastrecht in rekening brengen en hoeveel verschillen de vastrechttarieven voor het standaardcontract bij de leveranciers die dit wel doen?

Indien er geen leveranciers zijn die geen vastrecht in rekening brengen en indien het vastrechttarief bij de leveranciers die die wél doen nauwelijks verschilt, waarop baseerde u dan uw antwoord dat «De energieleveranciers kunnen daarom verschillende typen contracten aanbieden, met verschillende hoogtes van verbruiksonafhankelijke en verbruiksafhankelijke leveringstarieven. Dit zorgt ervoor dat consumenten ook daadwerkelijk iets te kiezen hebben, al naar gelang persoonlijke situaties en voorkeuren»?

Indien u bij de beantwoording met name contracten voor bepaalde duur in gedachten had, waarop is het verschil in vastrecht tussen contracten voor onbepaalde en bepaalde duur gebaseerd? Waaruit blijkt dat bij de laatste contracten de kosten voor facturatie, incassokosten en klantenservice lager zijn?

Antwoord 3 en 4

ACM heeft aangegeven dat in 2013 in alle contracten vastrecht in rekening werd gebracht, zowel bij contracten voor bepaalde tijd, als bij contracten voor onbepaalde tijd. In de beantwoording van de eerdere schriftelijke Kamervragen over vastrecht (Kamervragen (aanhangsel) 2013–2014, nr. 841) is gekeken naar het standaardproduct met een variabele prijs en een onbepaalde looptijd. Het verschil tussen het hoogste vastrechttarief (€ 74,38) en het laagste vastrechttarief (€ 23,95) was € 50,43 (excl. btw) op jaarbasis voor elektriciteit. Voor gas was het verschil tussen het hoogste vastrechttarief (€ 74,38) en het laagste vastrechttarief (€ 15,–) € 59,38 (excl. btw) per jaar. Uit deze analyse blijkt dat er verschillen zijn in de hoogte van het vastrecht dat leveranciers hanteren. Daarom valt er dus wat te kiezen voor consumenten, afhankelijk van hun verbruik en hun voorkeuren.

Vraag 5

Uit het antwoord op vraag 3 blijkt dat het gemiddeld vastrecht (gas+elektriciteit) in de periode 2006–2013 gestegen is van € 36,57 naar € 65,10 per jaar, een stijging van 78%, terwijl de verbruiksafhankelijke tarieven voor elektriciteit en gas in dezelfde periode met respectievelijk 4% en 7,3% stegen; waaruit blijkt dat de kosten voor facturatie, incasso en klantenservice de afgelopen zeven jaar extreem veel sterker gestegen zijn dan die voor de levering van elektriciteit en gas?

Antwoord 5

Omdat er geen wettelijke verplichting is voor energieleveranciers om bepaalde posten wel of niet onder het vastrecht te scharen, mogen de marktpartijen zelf bepalen welke kosten zij onder de post vastrecht in rekening brengen. Daarom kan niet worden gesteld dat de kosten voor facturatie, incasso en klantenservice de afgelopen zeven jaar extreem veel sterker gestegen zijn dan die voor de levering van elektriciteit en gas. Wel kan worden geconcludeerd dat energieleveranciers er de laatste jaren voor kiezen om gemiddeld genomen een (relatief) grotere vaste post in hun producten te verwerken.

Acht u het uit het oogpunt van energiebesparing wenselijk dat een steeds groter deel van de energierekening van de consument bestaat uit vaste posten? Hoe hoog is dit percentage voor een huishouden met een verbruik van 1.000 m3 gas en 1.500 kWh elektriciteit en hoe hoog voor een huishouden met een verbruik van 4.000 m3 gas en 6.000 kWh elektriciteit?

Vraag 6

Acht u het uit het oogpunt van energiebesparing wenselijk dat een steeds groter deel van de energierekening van de consument bestaat uit vaste posten? Hoe hoog is dit percentage voor een huishouden met een verbruik van 1.000 m3 gas en 1.500 kWh elektriciteit en hoe hoog voor een huishouden met een verbruik van 4.000m3 gas en 6.000kWh elektriciteit?

Antwoord 6

Het percentage vaste kosten op de energierekening bij verschillend verbruik zijn in onderstaande tabellen aangegeven. Naast de gevraagde voorbeelden is als derde categorie een gemiddeld huishouden opgenomen met een jaarverbruik van 1.484 m3 gas en 3.312 kWh elektriciteit (zie tabel 3)2. In de berekening zijn de volgende kosten opgenomen als vaste kosten: vastrecht, netwerkkosten en de vaste teruggave van de energiebelasting (heffingskorting).

Als verbruiksafhankelijke kosten zijn opgenomen: de verbruiksafhankelijke leveringskosten voor elektriciteit en gas en de verbruiksafhankelijke energiebelasting. Alle onderdelen zijn berekend inclusief btw.

Tabel 1 – Klein huishouden: 1.000 m3 gas, 1.500 kWh elektriciteit
 

€/j (incl. btw)

% Totaalrekening

Totaal Vaste kosten

€ 112,98

10%

Totaal Verbruiksafhankelijke kosten

€ 989,27

90%

Tabel 2 – Groot huishouden: 4.000 m3 gas, 6.000 kWh elektriciteit
 

€/j (incl. btw)

% Totaalrekening

Totaal Vaste kosten

€ 112,98

3%

Totaal Verbruiksafhankelijke kosten

€ 3.957,09

97%

Tabel 3 – Gemiddeld huishouden: 1.484 m3 gas en 3.312 kWh elektriciteit
 

€/j (incl. btw)

% Totaalrekening

Totaal Vaste kosten

€ 112,98

6%

Totaal Verbruiksafhankelijke kosten

€ 1.716,19

94%

Het totaal van alle vaste kosten op de energierekening van een gemiddeld huishouden komt uit op 6%. Gemiddeld genomen is dus 94% van de energiekosten zelf te beïnvloeden door de consument. Vanuit het oogpunt van energiebesparing constateer ik daarom dat de consument voldoende mogelijkheden heeft om met zijn verbruik de energierekening te beïnvloeden.


X Noot
1

Antwoorden op eerdere vragen, 19 december 2013

X Noot
2

ACM (2013) Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt.

Naar boven