Vragen van het lid Schouw (D66) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het verstrekken van persoonsgegevens uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) aan de Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie (SILA) (ingezonden 13 december 2013).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 23 januari 2014)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 880.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de publicatie «Waarom krijgt de kerk bericht verhuizing»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met het dwingende advies van de Raad van State dat het leveren van data uit het GBA aan SILA strijdig is met de wet omdat de historische argumentatie onvoldoende is?2

Antwoord 2

Ik ben bekend met het advies van de Raad van State, waarin de Afdeling advisering van de Raad adviseert te motiveren waarom de gegevensverstrekking aan de SILA past binnen de voorwaarden van artikel 3.3, tweede lid, van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP) en zo nodig het voorstel aan te passen.

Vraag 3

Bent u van mening dat een inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens altijd goed gemotiveerd moet plaatsvinden, uitgaande van een actuele noodzaak? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Deze mening onderschrijf ik, zoals ook blijkt uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel basisregistratie personen en de nota van toelichting bij het Besluit basisregistratie personen.

Vraag 4

Kunt u verduidelijken waarom de plaatsing van de SILA in de bijlage op de lijst van gerechtigden tot het systematisch verkrijgen van persoonsgegevens uit het GBA op dit moment een gewichtig maatschappelijk belang dient?

Antwoord 4

De plaatsing van de SILA in bijlage 4 van het Besluit basisregistratie personen als gerechtigde voor systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie is in eerste instantie al verduidelijkt in de nota van toelichting bij het ontwerpbesluit dat, zoals u bekend, in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure bij aanbiedingsbrief van 6 september 2013 aan de Tweede Kamer werd overgelegd.3 Daarin wordt zeer uitvoerig ingegaan op de gerechtvaardigdheid van de verstrekking van gegevens uit de basisregistratie aan de SILA. In het kader van deze voorhangprocedure zijn geen reacties ontvangen. Vervolgens is het ontwerpbesluit voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. In het nader rapport van 25 november 2013 is, naar aanleiding van het advies van de Afdeling de motivering van de gegevensverstrekking aan de SILA in de nota van toelichting van het ontwerpbesluit aangevuld. De relevante passage uit het nader rapport luidt als volgt. «De gegevensverstrekking aan de Stichting Interkerkelijke Leden-Administratie (SILA) is gerechtvaardigd tegen de achtergrond van de rol die de overheid decennialang heeft gespeeld in het kader van de bijhouding van de ledenadministraties van de betrokken kerkgenootschappen en andere genootschappen op geestelijke grondslag. In het verleden werden de voor de ledenadministraties benodigde gegevens rechtstreeks door de overheid verstrekt. Zoals in de nota van toelichting is uiteengezet, is er bij de totstandkoming van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA) voor gekozen om niet langer de godsdienst of levensbeschouwing van de ingeschrevene op te nemen in de bevolkingsadministratie, mede vanwege de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het vervallen van dit gegeven had echter wel aanzienlijke gevolgen voor de betrokken (kerk)genootschappen, die tot dan toe hun ledenadministraties bijhielden met behulp van de gegevens uit de bevolkingsadministratie. Om hieraan tegemoet te komen werd, met steun van de overheid, door de SILA een koppelcentrum ingericht. Gelet op deze overheidsbemoeienis met de ledenadministraties, zowel in het verleden als via de gegevensverstrekking aan de SILA op grond van de Wet GBA, is een voortzetting van de gegevensverstrekking aan de SILA op grond van artikel 3.3, tweede lid, van de Wet BRP gerechtvaardigd.»

Vraag 5

Bent u van mening dat de kerkgenootschappen en andere genootschappen op geestelijke grondslag die op dit moment nog niet zelfstandig hun ledenadministraties kunnen bijhouden, zij dat zo spoedig mogelijk zonder overheidssteun moeten kunnen? Zo nee, waarom beschouwt u het bijhouden van hun ledenadministraties als een overheidstaak?

Antwoord 5

De kerkgenootschappen en andere genootschappen op geestelijke grondslag hebben destijds met hulp van de overheid de SILA opgericht om hun ledenadministraties op efficiënte wijze te kunnen bijhouden. In het antwoord op vraag 4 is uiteengezet waarom ook op dit moment verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen aan de SILA gerechtvaardigd is.

Vraag 6

Verwacht u dat een rechtszaak tegen het (systematisch) verstrekken van persoonsgegevens uit de GBA aan de SILA succesvol zal zijn?

Antwoord 6

Het is niet aan mij de afloop van rechtszaken te voorspellen.

Vraag 7

Bent u bereid de SILA te schrappen als derde aan wie persoonsgegevens uit het GBA verstrekt kunnen worden?

Antwoord 7

In het licht van het gestelde in de nota van toelichting bij het Besluit basisregistratie personen, waarin met het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State rekening is gehouden, zie ik op dit moment geen aanleiding de mogelijkheid van verstrekking van gegevens aan de SILA te beëindigen.


X Noot
1

Bericht op 11 december 2013 in de kranten van de Persdienst, pagina 4/5.

X Noot
2

Raad van State adviesnummer: W04.13.0369/I; http://www.raadvanstate.nl/adviezen/advies.html?id=11061

X Noot
3

Kamerstukken II 2012/13, 33 219, nr. 29.

Naar boven