Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de discriminatie van niet-gelovigen (ingezonden 18 december 2012).

Antwoord van minister Timmermans ( Buitenlandse Zaken) (ontvangen 14 januari 2013)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het rapport «Freedom of Thought 2012: A Global Report on Discrimination Against Humanists, Atheists and the Non-religious»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op het rapport?

Antwoord 2

Nederland zet zich al vele jaren in om de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging in brede zin te bevorderen. Het is mijn stellige overtuiging dat de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging ook het recht omhelst om van geloof te veranderen of zonder enige vorm van religieuze overtuiging of activiteit te leven. Deze overtuiging wordt gedeeld door meerdere VN-experts, waaronder de Speciaal Rapporteur van de Verenigde Naties op het gebied van godsdienstvrijheid, Heiner Bielefeldt. Hij stelt dat «theistic, non-theistic and atheistic beliefs, as well as the right not to profess any religion or belief» onder de bescherming van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens vallen. Dit rapport onderstreept nogmaals het belang van de strijd voor de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

Vraag 3

Wat doet Nederland om de mensenrechtensituatie van niet-gelovigen te verbeteren en onder de aandacht te brengen? Is het rapport voor u reden om het beleid te intensiveren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen zult u ondernemen en welke concrete doelstellingen zijn daaraan verbonden?

Antwoord 3

In het verlengde van mijn overtuiging hierboven uiteengezet, zet Nederland zich in om de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging in brede zin te bevorderen. We besteden in dit kader al langer expliciet aandacht aan de situatie van niet-gelovigen. Nederland nam deel aan een interactieve dialoog met eerdergenoemde Speciaal Rapporteur en heeft politieke steun uitgesproken voor diens rapport over bekering en atheïsme. Nederland heeft in Europees verband gepleit om de rechten van niet-gelovigen op te nemen in de EU-richtlijnen over godsdienstvrijheid. Deze richtlijnen worden naar verwachting begin 2013 door de Raad Buitenlandse Zaken aangenomen. Ook tijdens bijeenkomsten van de VN en de Raad van Europa vroeg Nederland recentelijk aandacht voor de rechten van niet-gelovigen. Bilateraal zorgt Nederland voor voldoende aandacht voor deze rechten in het kader van de beleidsintensivering godsdienstvrijheid. Het rapport onderstreept de noodzaak van deze voortgaande intensivering van beleid, specifiek op dit onderwerp.

Vraag 4

Bent u bereid uw collega’s uit de landen die in het rapport worden aangemerkt als onverdraagzaam jegens niet-gelovigen, in het bijzonder die landen waar zij de doodstraf riskeren, hierop aan te spreken?

Antwoord 4

Ja.

Vraag 5

Bent u bereid om ook in Europees verband aandacht te vragen voor de gelijkwaardige behandeling van niet-gelovigen? Zo ja, bij welke gelegenheid zult u dit doen en kunt de Kamer hierover informeren?

Antwoord 5

Ja. Ik heb kennis genomen van het deel van het rapport dat erop wijst dat er ook binnen de EU voorbeelden zijn van atheïsten die achtergesteld worden alsook de organisaties die hun belangen behartigen. Ik ben van mening dat de EU zijn eigen huis op orde moet hebben als we op een geloofwaardige manier andere landen willen aanspreken. Ik zal daar bij gelegenheid aandacht van EU-partners voor vragen en de Kamer vervolgens informeren.


X Noot
1

Uitgebracht door de International Humanist and Ethical Union op 10 december 2012

Naar boven