Vragen van de leden Fritsma en Agema (beiden PVV) aan de staatssecretarissen van Veiligheid
en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de gemeente
Smallingerland opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers wil betalen met geld dat
bedoeld is voor mensen met een beperking (ingezonden 16 november 2012).
Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie), mede namens de staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 17 december 2012). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 763.
Vraag 1
Bent u bekend met het voornemen van de gemeente Smallingerland om (in strijd met gemaakte
afspraken) uitgeprocedeerde asielzoekers op te vangen?1
Vraag 2 en 3
Hoe gaat u deze ernstige ondermijning van het terugkeerbeleid voorkomen?
Deelt u de mening dat het schandalig is dat genoemde gemeente deze opvang ook nog
wil betalen met geld dat bedoeld is voor mensen met een beperking (Wmo- gelden)? Zo
ja, hoe pakt u genoemde gemeente op deze misstand aan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Het is nog niet duidelijk of en hoe de gemeente daadwerkelijk (nood)opvang gaat bieden
aan deze mensen en op welke wijze een en ander gefinancierd gaat worden. Ik wil niet
vooruitlopen op het besluit van de gemeente Smallingerland.
Vraag 4
Kunt u garanderen dat er geen cent belastinggeld, dat bedoeld is voor mensen met een
beperking, naar vreemdelingen gaat die hier niet eens mogen zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee. De gemeenten hebben beleidsvrijheid ten aanzien van hun eigen middelen.
Vraag 5
Kunt u gemeenten als Smallingerland duidelijk maken dat het hier gaat om vreemdelingen
waarbij (tot en met de onafhankelijke rechter) is vastgesteld dat ze geen gevaar lopen
in het land van herkomst, daar (dus) naar terug moeten keren maar dit simpelweg weigeren?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Vreemdelingen die niet in aanmerking komen voor bescherming in Nederland, moeten voldoen
aan hun vertrekplicht en Nederland verlaten. Vreemdelingen dragen zelf verantwoordelijkheid
voor hun vertrek. Deze uitgangspunten van ons terugkeerbeleid ben ik niet bereid los
te laten.
Vreemdelingen die terug willen, kunnen terug. Indien ze bereid zijn om terug te keren
naar hun land van herkomst, kunnen ze ervoor kiezen om hierbij te worden gefaciliteerd
door de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) eventueel met inbegrip van onderdak in
een vrijheidsbeperkende locatie. Deze vreemdelingen kunnen dus een situatie van illegaliteit
of een verblijf in een (nood)opvang voorkomen of beëindigen, mits ze in woord en daad
bereid zijn te werken aan het vertrek.
Het bieden van structurele(nood)opvang door gemeenten aan personen die niet langer
rechtmatig in Nederland verblijven is dus onnodig en kan een goed functionerend terugkeerbeleid
frustreren. Personen ten aanzien van wie besloten is dat zij terug moeten keren, wordt
zo ten onrechte toch hoop op uiteindelijke toelating voorgehouden. De focus van deze
mensen is dan niet gericht op daadwerkelijk vertrek.
De DT&V informeert gemeenten over de mogelijkheden voor individuele vreemdelingen
om terug te keren naar de landen van herkomst (of een derde land). Aan gemeenten kan
praktische hulp worden geboden en maatwerk voor de betroffen vreemdelingen kan worden
voorgesteld. Ook met gemeente Smallingerland onderhoudt de DT&V regelmatig contact.
Vraag 6
Kunt u bevorderen dat veel meer uitgeprocedeerde asielzoekers terugkeren naar het
land van herkomst dan wel uitgezet worden, zodat het niet meer nodig is om gemeenten
steeds aan te spreken op het (tegen de afspraken in) bieden van opvang? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 6
Dit kabinet maakt zich sterk voor een actief en consequent terugkeerbeleid. Wie hier
niet mag blijven moet vertrekken, bij voorkeur zelfstandig en indien noodzakelijk
gedwongen. Uitgangspunt voor het huidige beleid zijn onder meer de maatregelen, genoemd
in de brief «Terugkeer in het vreemdelingenbeleid» van
1 juli 20112. Door middel van de in deze brief genoemde en inmiddels grotendeels geïmplementeerde
maatregelen zal Nederland, waar nodig met versteviging van het beleid en het opvoeren
van de druk op de landen van herkomst, de terugkeer van die vreemdelingen die niet
toegelaten zijn bevorderen.