Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de
weigering om mevrouw Zegveld toe te laten als lid van een onafhankelijke commissie
die de regering adviseert over internationaal recht (ingezonden 22 november 2012).
Antwoord van minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 27 december 2012)
Vraag 1
Kent u het bericht «Buitenlandse Zaken weigert kritische hoogleraar in staatscommissie»?1
Vraag 2
Is het waar dat Liesbeth Zegveld, hoogleraar Internationaal Humanitair Recht, op last
van uw ministerie, is geweigerd als lid van een onafhankelijke commissie die de regering
adviseert over internationaal recht? Indien neen, wat zijn dan de feiten? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Antwoord 2
Dr. Zegveld heeft op 11 maart 2003 gesolliciteerd op een advertentie voor drie vacatures
voor CAVV-lidmaatschap. Per brief van 1 juli 2003 heeft zij haar sollicitatie ingetrokken,
nadat zij is gewezen op haar betrokkenheid bij de Srebrenica-kwestie. Zij heeft daarbij
laten weten in de toekomst geïnteresseerd te blijven in het lidmaatschap van de CAVV.
In 2010 heeft zij niet gereageerd op een advertentie voor nieuwe leden.
Vraag 3
Is het waar dat enkele commissieleden mevrouw Zegveld hadden voorgedragen, maar dat
ze werd verzocht haar sollicitatie in te trekken? Indien neen, wat zijn dan de feiten?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Ingevolge de Kaderwet adviescolleges vindt werving voor CAVV-lidmaatschap plaats door
middel van openbaarmaking van vacatures. Bij de selectie wordt rekening gehouden met
suggesties vanuit de CAVV. Dr. Zegveld is destijds in de CAVV genoemd naast zeven
andere mogelijke kandidaten.
Vraag 4
Bestaat er, zoals mevrouw Zegveld vermoedt, een verband tussen de weigering om als
lid van de onafhankelijke commissie toe te worden gelaten en haar betrokkenheid bij
een rechtszaak tegen Jorge Zorreguieta? Indien ja, welk verband betreft dit precies?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Er is niet gebleken van een verband met de zaak Zorreguieta.
Vraag 5
Is het waar dat de betrokkenheid van mevrouw Zegveld bij de kwestie Srebrenica, zoals
commissie-voorzitter Marcel Brus meent, oorzaak is van de weigering? Indien neen,
wat zijn dan de feiten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Dr. Zegveld heeft destijds haar sollicitatie ingetrokken, nadat zij op haar betrokkenheid
bij de kwestie Srebrenica was gewezen.
Vraag 6
Kunt u aangeven om welke reden(en) mevrouw Zegveld is geweigerd als lid van de onafhankelijke
commissie die de regering adviseert over internationaal recht? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het optreden van potentiële nieuwe leden van de commissie bij
procedures tegenover de Nederlandse Staat geen reden zou moeten zijn tot weigering
van het lidmaatschap van de commissie? Indien neen, waarom niet? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 7
Deze mening deel ik.
Vraag 8
Deelt u de mening dat bovengenoemde kwesties geen reden zouden moeten zijn om mevrouw
Zegveld te weigeren als lid van de onafhankelijke commissie die de regering adviseert
over internationaal recht? Indien neen, waarom niet? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Voor zover de genoemde kwesties een rol hebben gespeeld bij de selectie in 2003 deel
ik deze mening. De CAVV heeft thans het maximum aantal (van tien) leden. Indien prof.
dr. Zegveld in de toekomst zou solliciteren, wordt haar kandidatuur met inachtneming
van haar expertise bezien tegen de achtergrond van de andere sollicitaties en de samenstelling
van de CAVV.