Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de minister van Economische Zaken over het aandeel van de land- en tuinbouw in de Nederlandse economie (ingezonden 12 december 2012).

Antwoord van staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 20 december 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht ««Land- en tuinbouw goed voor 10 pct van economie en werkgelegenheid», NRCnext checkt»1, waarbij de nrc.next deze uitspraak het oordeel «grotendeels onwaar» geeft?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven waarom op de website van de Rijksoverheid2 nog steeds staat aangegeven dat de Nederlandse landbouw en tuinbouw goed zijn voor 10% van de Nederlandse economie en werkgelegenheid, terwijl vorig jaar al in de schriftelijke antwoorden3 bij de begrotingsbehandeling van het onderdeel Landbouw en Natuur door de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw & Innovatie werd toegegeven dat de land- en tuinbouw niet een aandeel van 10% maar slechts van 1,2% van het Nederlandse Bruto Nationaal Product uitmaakt?

Antwoord 2

Het Nederlandse agrocomplex is verantwoordelijk voor circa 10% van de Nederlandse economie en werkgelegenheid. Hierbij gaat het vooral om (de handel in) land- en tuinbouwproducten. Voor een correct beeld is de website van de Rijksoverheid aangepast in die zin dat het Nederlandse agrocomplex goed is voor circa 10% van de Nederlandse economie en werkgelegenheid.

Vraag 3

Bent u bereid om de website van de Rijksoverheid aan te passen aan de werkelijke feiten rond het aandeel van de land- en tuinbouwsector van de Nederlandse economie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ja. Zie antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Bent u bereid om in het vervolg een helder onderscheid te maken in uw communicatie tussen de primaire sector en de verwerkende en toeleverende sectoren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Het Nederlandse agrocomplex dient als één geheel gezien te worden waar de primaire sector het onderdeel van is. Zonder de primaire sector zal het agrocomplex een minder prominente positie qua aandeel van de Nederlandse economie en werkgelegenheid vervullen.

In toekomstige correspondentie met uw Kamer zal ik met betrekking tot de werkgelegenheid, aandeel in de Nederlandse economie en handelsoverschot in relatie tot land- en tuinbouwproducten communiceren over het agrocomplex. Dus niet enkel over de primaire sector, maar ook over de verwerkende en toeleverende sectoren.

Naar boven