Vragen van de leden Marcouch en Bouwmeester (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de ontsnapping van twee jeugdige gedetineerden (ingezonden 13 augustus 2012).

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 18 september 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht van de Politie Groningen «Twee tieners uit ‘t Poortje vermist»1 en het bericht «Een van de meisjes uit Poortje terug»2?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bevat een van beide artikelen informatie die feitelijk onjuist is? Zo ja, wat klopt niet?

Antwoord 2

Het bericht van de Politie Groningen meldt dat beide meisjes in detentie zitten, dit is feitelijk onjuist. Het betreft twee meisjes die met een machtiging gesloten jeugdzorg zijn opgenomen in Het Poortje Jeugdinrichtingen. In het Poortje verblijven geen jongeren op strafrechtelijke titel.

Vraag 3 en 4

Is het gebruikelijk dat tieners die in een jeugdinrichting, zoals Het Poortje, verblijven een uitje naar een pretpark krijgen? Zo ja, waarom is dat dan gebruikelijk en welk doel dient een dergelijk uitje? Zo nee, waarom mochten deze meisjes dit uitstapje dan wel maken?

Deelt u de mening dat het een verkeerd signaal is om gedetineerden in pretparken te entertainen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3 en 4

Zoals aangegeven in antwoord 2 ging het niet om gedetineerden. Jongeren verblijven zo kort als mogelijk, maar zo lang als noodzakelijk in een instelling voor jeugdzorg plus. Het voorbereiden van jongeren op hun terugkeer in de samenleving is een wezenlijk onderdeel van de behandeling. Dit gebeurt planmatig en methodisch. Jongeren doorlopen hun behandeling in fasen en verlof is hier (stapsgewijs) een onderdeel van: van begeleid naar onbegeleid verlof. Ook een uitstapje naar Walibi past hierin. Jongeren moeten leren om te gaan met de prikkels die de samenleving kent. Voorafgaand aan een dergelijke activiteit en verlof wordt een individuele risicotaxatie gemaakt. In dit geval hebben ook de ouders toestemming gegeven voor deelname aan het uitje.

Vraag 5

Werden de beide meisjes begeleid door iemand van de jeugdinrichting of iemand anders die toezicht hield? Zo ja, hoe hebben zij dan toch kunnen ontsnappen? Zo nee, waarom niet? Wat is uw mening hierover?

Antwoord 5

Ja, er waren twee groepstherapeuten als begeleiders mee. Het eerste gedeelte van de dag verliep conform het principe van «hand-in-hand-begeleiding», d.w.z. dat de begeleiders voortdurend bij de jongeren waren. Het goede gedrag van de ochtend is beloond door de jongeren toestemming te geven om ’s middags een deel alleen met de groepsgenoten in het park te mogen. Afgesproken werd om na het bezoeken van meerdere attracties elkaar weer te treffen. De twee meisjes in kwestie hebben zich niet aan deze afspraak gehouden.

Vraag 6

Kan uit het politiebericht dat beide dames zich aan hun detentie hebben onttrokken, worden opgemaakt dat zij vanwege een delict in Het Poortje waren opgenomen? Zo ja, was de aard van hun delicten zodanig dat er al een dag na hun ontsnapping een politiebericht uit is gegaan of had dat een andere reden? Zo nee, waarom wordt er dan van detentie gesproken?

Antwoord 6

Er is geen spraken van een delict. Een van de meisjes is diabetes patiënt en het andere meisje verbleef pas kort in het Poortje, daarom is er een politiebericht uitgegaan.

Vraag 7

Loopt het ontsnapte meisje het risico slachtoffer van een loverboy te worden, mede gezien de melding dat zij in het gezelschap van een jongeman is gezien en het feit dat Het Poortje ook meisjes tegen zichzelf of anderen in bescherming neemt? Zo ja, was dit risico al voor de ontsnapping van het meisje bekend? Zo ja, hoe kan het dan dat zij toch kans heeft gezien te ontsnappen aan haar detentie of gedwongen behandeling? Zo nee, hoe weet u dat zij dat risico niet loopt of dat dat niet aannemelijk is?

Antwoord 7

Beide meisjes verblijven sinds 12 augustus weer in het Poortje. Van loverboycontacten is geen sprake geweest. De instelling erkent dat in dit geval de individuele risicotaxatie van de meisjes zwaarder had moeten wegen dan het groepsbelang.

Naar boven