Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht nieuwe aanwijzingen over activiteit rond de plekken waar Syrische chemische wapens zijn opgeslagen (ingezonden 4 december 2012).

Antwoord van minister Timmermans (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Defensie (ontvangen 19 december 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht over nieuwe aanwijzingen over activiteit rond de plekken waar Syrische chemische wapens zijn opgeslagen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4, 5, 6, 7

Kunt u de uitspraak bevestigen dat «Syrië dingen doet die suggereren dat het regime de intentie heeft deze wapens te gebruiken»? Zo nee, waarom niet?

Zo ja, kunt u aangeven op welke activiteiten wordt gedoeld? Kunt u daarbij aangeven waarom deze activiteiten nieuw zijn, zoals in de titel van dit artikel wordt gesuggereerd?

Klopt de constatering dat de chemische wapens ook worden verplaatst, zoals in het artikel ook wordt gesuggereerd?

Is er volstrekte duidelijkheid over de locaties waar de Syrische wapens zijn gestationeerd? Zo nee, welke stappen worden gezet om deze duidelijkheid te verkrijgen?

Is er duidelijkheid over de verschillende chemische wapens waarover het Syrische regime beschikt?

Hoe beoordeelt u de uitspraak van de Amerikaanse minister van Defensie Panetta, dat sommige chemische wapens zijn verplaatst om deze beter te beveiligen?

Antwoord 2, 3, 4, 5, 6, 7

Hierover kunnen in het openbaar geen mededelingen worden gedaan.

Vraag 8

Is er binnen de NAVO overeenstemming over de inschatting van de risico's die deze wapens met zich meebrengen en over een gemeenschappelijke strategie die zou moeten worden gevolgd?

Antwoord 8

Het onderwerp is tijdens de NAVO Ministeriële op 4 en 5 december jl. besproken, maar hier zijn geen conclusies aan verbonden.

Vraag 9

Is dit een thema dat binnen de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) wordt besproken? Zo ja, op welke wijze? Vormde het een onderdeel van de agenda van de 17e bijeenkomst van betrokken staten, die vorige week werd gehouden?

Antwoord 9

Op grond van Art. VIII, lid 19 en 20, van het Chemische Wapensverdrag (CWC) kunnen in beginsel specifieke landensituaties besproken worden, maar dergelijke landensituaties maakten geen deel uit van de agenda van de CSP (Conference of States Parties) van het CWC en de situatie in Syrië is tijdens de 17e CSP geen onderwerp van bespreking geweest. Wel hebben diverse delegaties, waaronder de EU, in het algemeen debat hun zorg over de situatie in Syrië uitgesproken. Syrië is overigens geen partij bij het CWC en dus ook geen lid van de OPCW en is juridisch niet gebonden door de bepalingen van het CWC. Als onderdeel van het bredere sanctieregime is in EU-verband eerder dit jaar een exportverbod naar Syrië afgekondigd voor bepaalde goederen die bruikbaar kunnen zijn in een chemisch wapenprogramma.

Naar boven