Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 84 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 84 |
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van Raad van State inzake het uitrijden van mest in de Eilandspolder (201012793/1/H4) en het artikel «Mest uitscheppen vanwege Noordse woelmuis»?1
Is de veronderstelling, naar aanleiding van de uitspraken van de woordvoerder van het ministerie van EL&I, juist dat met de Programmatische Aanpak Stikstof en bijbehorende herstelmaatregelen mogelijke negatieve invloeden, zowel via uitspoeling als vervluchtiging, van het uitrijden van mest in en nabij Natura 2000-gebieden in principe gedekt worden?
Deelt u de zorg van betrokken veehouders en LTO dat het uitrijden van drijfmest in de Eilandspolder onmogelijk gemaakt zal worden en dat de genoemde uitspraak van Raad van State consequenties zal hebben voor andere gebieden in Nederland?
De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland vernietigd om niet handhavend op te treden tegen het zonder vergunning uitrijden van drijfmest. Het betrof het uitrijden in een Natura 2000-gebied. De afdeling Rechtspraak heeft uitgesproken dat hiervoor in beginsel een vergunning is vereist op grond van de Natuurbeschermingswet 1998, voor zover er geen sprake is van bestaand gebruik.
Naar mijn oordeel kunnen de gevolgen van de uitspraak beperkt blijven, zeker nu de afdeling rechtspraak niet heeft gezegd dat mestuitrijden als zodanig een project met mogelijk significante gevolgen in de zin van de Habitatrichtlijn is. Veelal zal het mestuitrijden vallen onder «bestaand gebruik», mede door de verbreding van dat begrip door het amendement-Koopmans/Aptroot, Kamerstuk 32 588 nr.16 . Daarmee valt het buiten de vergunningplicht. De afgelopen jaren zijn de eisen ten aanzien van het uitrijden van mest alleen maar verscherpt, dus van wezenlijke wijzigingen van het bestaand gebruik die negatief zijn voor de realisatie van de natuurdoelstellingen zal vrijwel nooit sprake zijn.
Voor zover mest uitrijden wel onder de vergunningplicht valt, is het zaak om de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en de beheerplannen zo snel mogelijk af te ronden. Met de PAS wordt de ecologische onderbouwing gegeven dat in bijna alle Natura 2000-gebieden de combinatie van depositiedaling en het uitvoeren van herstelmaatregelen voldoende is om verslechtering door mest uitrijden te kunnen tegengaan. Vervolgens kan in de beheerplannen het mest uitrijden vergunningvrij worden gemaakt.
Hoe waardeert u het feit dat zelfs voor het eenmalig opvragen van natuurgegevens bij Het Natuurloket 275 euro per kilometerhok betaald moet worden in het licht van het feit dat de bewijslast voor ondermeer vergunningverlening bij de initiatiefnemer ligt en in het licht van de doelstelling van de Gegevensautoriteit Natuur, namelijk het bevorderen van de beschikbaarheid van natuurgegevens?
De Stichting GaN dient, als stichting zonder winstoogmerk, te komen tot een kostendekkende exploitatie van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Daartoe brengt zij voor zogenaamde losse leveringen het genoemde standaardtarief per kilometerhok in rekening. Voor aanvragen die een groot areaal beslaan, zoals de Eilandspolder kan het Natuurloket maatwerk leveren tegen gereduceerd tarief. Daarnaast biedt een abonnement de mogelijkheid van ongelimiteerde toegang. Het beleid van de Stichting GaN is erop gericht om, zodra de toestand van kostendekkend beheer van de NDFF bereikt is, in overleg met de gebruikers te besluiten over verlaging van de tarieven of verder ontwikkeling van de dienstverlening. Ik houd scherp in de gaten of de GaN voldoende werk maakt van kostenbeheersing. Dit is naar mijn oordeel het geval en ik waardeer de huidige opzet positief.
Is het waar dat het aantal provincies en andere lagere overheden dat gegevens opvraagt, afneemt ondermeer vanwege de daarmee gemoeide kosten, waardoor de noodzaak om de prijs te verhogen weer toeneemt? Zo ja, hoe waardeert u dat?
In tegendeel, het aantal abonnees neemt maandelijks toe. Dit neemt niet weg dat de toename langzamer gaat dan oorspronkelijk is geraamd.
Bent u bereid ervoor te zorgen dat in ieder geval belanghebbende partijen, als vergunningaanvragers en bij het beheerplan betrokken partijen, al op korte termijn gratis en vrij toegang krijgen tot alle gegevens die in de Nationale Databank Flora en Fauna beschikbaar zijn?
Vergunningaanvragers en overige belanghebbende partijen kunnen zich richten tot de voortouwnemer van een beheerplan om relevante informatie op te vragen over de aanwezige natuurwaarden in een Natura 2000 gebied.
Bent u bereid alle in de nationale Databank Flora en Fauna beschikbare gegevens van de afgelopen twintig jaar over het voorkomen van de noordse woelmuis (H1340) en het habitattype veenmosrietland (H7140 B) in Natura 2000 gebied Eilandspolder, over het voorkomen van de noordse woelmuis (H1340), de gestreepte waterroofkever (H1082), de groene knolorchis (H1903), het habitattype veenmosrietland (H7140 B) en het habitattype blauwgrasland (H6410) in Natura 2000 gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck, en over het habitattype actieve hoogvenen (H7110A) in Natura 2000 gebied Engbertsdijkvenen aan de Kamer ter beschikking te stellen?
Nee, de voortouwnemer is de aangewezen partij om relevante informatie over de aanwezigheid van natuurwaarden in een Natura 2000 gebied op te vragen. zie ook vraag 6.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-84.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.