Vragen van het lid Van Klaveren (PVV) aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de miljoenen voor «leuke seks» in ontwikkelingslanden (ingezonden 4 december 2012).

Antwoord van minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 18 december 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Ontwikkelingsgeld voor mannen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

In hoeverre deelt u de mening dat de vele miljoenen die uitgegeven worden aan dit zoveelste onzinproject beter besteed kunnen worden aan bijvoorbeeld het verbeteren van de positie van Nederlandse ouderen?

Antwoord 2

Met dit project wordt onder meer uitvoering gegeven aan het door de Tweede Kamer geaccordeerde beleid voor Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) en het genderbeleid.

Doel van dit project is het verminderen van moeder- en kindsterfte, tienerzwangerschappen en huiselijk geweld in Rwanda, Indonesië, Zuid-Afrika en Brazilië. Een deel van de activiteiten richt zich op jongens en vaders om hen beter in staat te stellen hun verantwoordelijkheden te nemen als het gaat om de verzorging van kinderen, family planning en het respecteren van de rechten en gezondheid van vrouwen.

Het geld is afkomstig van de goedgekeurde begroting (2012) van Ontwikkelingssamenwerking. Het verbeteren van de positie van ouderen in Nederland maakt daar geen onderdeel van uit en valt onder verantwoordelijkheid van mijn collega van VWS.

Vraag 3

Denkt u werkelijk dat het geven van Nederlands belastinggeld aan ontwikkelingslanden om daar de «seks leuker te maken» een taak is van de Nederlandse staat?

Antwoord 3

Het project onderkent de belangrijke rol van mannen waar het gaat om het respecteren van rechten van de vrouw, gezinsplanning en vrije keuze rond seksualiteit. In veel ontwikkelingslanden zijn die verworvenheden niet vanzelfsprekend. Het project levert op die manier een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van het Nederlandse gender- en SRGR-beleid dat zich richt op het voorkomen van moedersterfte en het bestrijden van geweld tegen vrouwen.

Vraag 4

Bent u bereid, bij nader inzien, dit onzinproject geen doorgang te laten vinden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Ik ondersteun dit project, omdat het bijdraagt aan de uitvoering van het vigerende SRGR- en genderbeleid.


X Noot
1

De Volkskrant, 3 december 2012

Naar boven