Vragen van het lid Klever (PVV) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het hoge aantal sterfgevallen in het Ruwaard van Putten ziekenhuis in Spijkenisse (ingezonden 15 november 2012).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 27 december 2012)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Ziekenhuis onder verscherpt toezicht»?1

Antwoord 1

De situatie bij het ziekenhuis vind ik zorgelijk. Het is dan ook een goede zaak dat de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) heeft ingegrepen. Op dit moment gaat het om vier belangrijke stappen. Afhankelijk van de bevindingen in de verschillende lopende onderzoeken, sluit ik vervolgstappen niet uit (zie ook mijn antwoord op vraag 6). De reeds ondernomen vier stappen zijn:

  • 1) het op 12 november instellen van een opnamestop en het onder supervisie van een externe cardioloog van het Maasstad Ziekenhuis voortzetten van de lopende behandelingen;

  • 2) het op 13 november jl. overplaatsen naar een ander ziekenhuis van de cardiologische patiënten;

  • 3) op 15 november jl. heeft de IGZ het Ruwaard van Putten ziekenhuis voor een periode van zes maanden onder verscherpt toezicht gesteld; en

  • 4) op 22 november 2012 heeft de IGZ de Raad van Bestuur van het Ruwaard van Putten ziekenhuis bevolen per direct alle leden van de maatschap cardiologie te laten stoppen met het verlenen van cardiologische zorg in het ziekenhuis. Op 29 november jl. heb ik besloten dat dit bevel voorlopig van kracht blijft.

Zie voorts de door mij aan de Tweede Kamer gezonden stand van zaken brief over het Ruwaard van Putten ziekenhuis dd. 4 december jl. (Kamerstuk 31 016, nr. 35). Hieraan kan ik thans toevoegen dat met toestemming van de IGZ, onder de regie van de maatschap cardiologie van het Maasstad ziekenhuis, de polikliniek cardiologie met ingang van 17 december jl. gefaseerd opengaat. Het aantal polikliniek spreekuren zal binnen enkele weken weer geleidelijk worden uitgebreid. De verpleegafdeling blijft voorlopig gesloten. Aanvullend informeer ik u bij deze over het besluit van de Inspecteur-generaal van de IGZ om een buitengewoon inspecteur te benoemen, tenminste voor de duur van het verscherpt toezicht.

Vraag 2

Waarom wordt het hoge aantal sterfgevallen nu pas bekend, terwijl het in 2010 speelde?

Antwoord 2

Conform de afspraken tussen mijn ministerie, de IGZ, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU) hebben de meeste ziekenhuizen hun zogenaamde «Hospital Standardized Mortality Ratio» (HSMR) gegevens op 20 december 2011 via de website van de NVZ/NFU openbaar gemaakt. Het Ruwaard van Putten ziekenhuis was één van de weinige ziekenhuizen die deze gegevens toen niet openbaar heeft gemaakt. Het ging hier om de sterftecijfers over het jaar 2010. Dit is niet verplicht.

Voor de goede orde: een verhoogde HSMR is een indicator waar onderzoek naar moet worden gedaan als die afwijkend is, maar het is geen uitslag. De HSMR is als het ware het verzamelcijfer van onderliggende SMR’s (Standardized Mortality Ratio).

Aangezien binnen de HSMR de SMR’s voor hartfalen en hartinfarct van het Ruwaard van Putten ziekenhuis sterk verhoogd waren, heeft de Raad van Bestuur (RvB) van het ziekenhuis begin 2012 bureau Medirede opdracht gegeven hier onderzoek naar te doen. De inspectie heeft hierover op 11 juni 2012 gesproken met de RvB. Het ziekenhuis deed daarbij de toezegging dat de IGZ het onderzoek na afronding zou ontvangen. Uit recent inspectieonderzoek is gebleken dat het rapport op 30 oktober jl. aan de RvB is aangeboden. Ten tijde van het aanbieden van het rapport vond net een bestuurswisseling plaats. De nieuwe interim- voorzitter van de RvB heeft direct na kennisname van het rapport (in het weekend van 10 en 11 november jl.) op maandag 12 november jl. de Raad van Toezicht (RvT) geïnformeerd en het rapport diezelfde dag aan de inspectie overhandigd.

Vraag 3

Welke afdelingen en personen zijn hierbij betrokken?

Antwoord 3

Het gaat om de afdeling cardiologie, om vier cardiologen en een arts assistent niet in opleiding.

Vraag 4

Hoe verloopt de communicatie naar de patiënten?

Antwoord 4

De communicatie naar patiënten krijgt op verschillende manieren vorm. Zowel actief als passief en zowel mondeling, schriftelijk als via de website (www.rvp.nl). Zie ook mijn antwoord op vraag 5. Veel patiënten hebben vragen over de ontstane situatie in het ziekenhuis. Inmiddels heeft het ziekenhuis de belangrijkste vragen en antwoorden op haar website geplaatste zodat iedereen daar kennis van kan nemen (zie: www.rpz.nl/nieuws/vragen-over-cardiologie-4 ). Ook kunnen patiënten en familieleden met vragen telefonisch contact opnemen via het informatienummer 0181–658645.

Vraag 5

Zijn de nabestaanden van de overledenen op de hoogte gesteld?

Antwoord 5

Het ziekenhuis doet er op dit moment alles aan om met de nabestaanden in contact te komen en zo spoedig mogelijk met hen in gesprek te gaan. Om dit proces optimaal te laten verlopen en zekerheid te hebben dat met deskundigheid over de verschillende situaties kan worden gesproken is een extern cardioloog als voorzitter van de projectgroep aangetrokken.

Ten aanzien van het inventarisatieproces onderzoekt het ziekenhuis op dit moment om welke patiënten het precies gaat en roept in dat kader ook familieleden van overleden patiënten actief op om te reageren naar de klachtenfunctionaris van het ziekenhuis. Ook kunnen nabestaanden via internet het klachtenformulier invullen en een klacht indienen.

De IGZ spreekt in samenwerking met Zorgbelang in de eerste helft van januari 2013 met meer dan 30 personen die bij de inspectie een melding hebben gedaan over de kwaliteit van zorg en/of patiëntveiligheid bij het Ruwaard van Putten Ziekenhuis.

Vraag 6

Wanneer komt de Inspectie voor de Gezondheidszorg met de eerste resultaten van het onderzoek?

Antwoord 6

De IGZ onderzoekt of patiënten van de betrokken artsen de zorg hebben gekregen die zij op basis van de professionele standaard hadden moeten krijgen dan wel waar de betrokken artsen niet conform de veldnormen, richtlijnen of vigerende wetgeving hebben gehandeld met als gevolg dat onverantwoorde zorg is geboden. Wanneer de IGZ met de eerste onderzoeksresultaten komt is nu nog niet te zeggen. Dit is immers mede afhankelijk van het verloop van het onderzoek. Wanneer de IGZ mogelijk strafrechtelijke feiten tegenkomt in het onderzoek dan meldt de inspectie dit terstond aan het Openbaar Ministerie (OM).

Daarnaast laat het ziekenhuis zelf onderzoek uitvoeren onder leiding van Prof. dr. S.A. (Sven) Danner. Het gaat hierbij om een onderzoek naar ongeveer achthonderd patiëntendossiers. Indien tijdens het dossieronderzoek door professor Danner in een van de dossiers ernstige feiten worden aangetroffen, wordt de inspectie onverwijld geïnformeerd.


X Noot
1

Nu.nl, 14 november 2012

Naar boven