Vragen van de leden Bergkamp en Verhoeven (beiden D66) aan de staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Financiën over het bericht «Filmlaboratorium Cineco failliet» (ingezonden 30 oktober 2012).

Antwoord van minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de staatssecretaris van Financiën (ontvangen 7 december 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 620

Vraag 1, 2, 5 en 6

Wat is uw reactie op het bericht «Filmlaboratorium Cineco failliet»?1

Deelt u de mening van het hoofd Productie en planning van Cineco, dat het faillissement is te wijten aan het feit dat films voornamelijk over de grens worden geproduceerd?

Hoe beoordeelt u de gevolgen van het faillissement voor de Nederlandse filmindustrie?

Kunt u uiteenzetten in welke zin het mogelijk is om de kennis en kunde van Cineco te behouden?

Antwoord 1, 2, 5 en 6

Het is spijtig dat voor een gewaardeerd laboratorium als Cineco het faillissement is uitgesproken. Over de gevolgen van het faillissement voor de Nederlandse filmindustrie kunnen nu nog moeilijk uitspraken gedaan worden. Het is aan de bedrijfstak zelf om te bezien of er mogelijkheden zijn om de kennis en kunde van Cineco in Nederland te behouden.

Vraag 3 en 4

Welke rol heeft naar uw mening het ontbreken van een zogenaamde «tax shelter» in Nederland gespeeld bij het faillissement van Cineco, waardoor het in andere landen fiscaal aantrekkelijker is om films te laten produceren?

Bent u van mening dat er in Europa een «level playing field» moet zijn op dit gebied?

Antwoord 3 en 4

Op dit moment is niet te beoordelen of het ontbreken van een zogenoemd tax shelter in Nederland, of een andere factor, doorslaggevend is in dit faillissement. Het hebben van een tax shelter moet overigens geen doel op zich zijn. Nederland is gediend bij een stabiel en concurrerend vestigingklimaat. Het creëren van nieuwe fiscale faciliteiten voor specifieke bedrijfstakken staat haaks op het verder vereenvoudigen van het fiscale stelsel.

Naar boven