Vragen van het lid Heerma (CDA) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Bankroet van bedrijven vaak onnodig» (ingezonden 13 november 2012).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 5 december 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Bankroet van bedrijven vaak onnodig»?1

Vraag 2

Is het waar dat binnen de huidige Nederlandse faillissementswet door een enkele dwarsliggende schuldeiser sanering van een bedrijf kan worden geblokkeerd met doorgaans faillissement tot gevolg? Wat is uw oordeel hierover in gevallen waar alle andere schuldeisers een saneringsplan wel ondersteunen?

Vraag 3

Is het waar dat in Engeland en een aantal andere Europese landen de wetgeving zo is vormgegeven dat een rechter bij een redelijk saneringsplan een enkele schuldeiser kan dwingen het plan te ondersteunen om een faillissement te voorkomen? Wat is uw oordeel hierover ook in relatie tot de Nederlandse concurrentiepositie?

Vraag 4

Deelt u de mening dat onnodige faillissementen onze economie en werkgelegenheid schade toe brengen?  Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u voornemens een voorstel te doen om de faillissementswet op dit punt aan te passen?

Vraag 5

Op welke termijn zou een dergelijk aanpassingsvoorstel aan de Kamer kunnen worden toegezonden? Biedt het rapport van de commissie Kortmann voldoende onderbouwing om tot een voorstel te komen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat de schriftelijke vragen van het lid Heerma (CDA) over het bericht «Bankroet van bedrijven vaak onnodig» (ingezonden 13 november 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Het Financieele Dagblad, 12 november 2012

Naar boven