Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 733 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 733 |
Ontvangt u ook signalen over de verschillen bij gemeenten als het gaat om kennis over de inhoud en vormgeving van de jeugdzorg, en verschillen in tempo van de voorbereidingen ten behoeve van de transitie? Hoe beoordeelt u deze signalen? Hoe beoordeelt u gemeenten die het goede voorbeeld geven door te experimenteren met innovatieve projecten ten behoeve van de transitie?
Ja, wij ontvangen die signalen ook. Het is primair de verantwoordelijkheid van gemeenten om zich goed voor te bereiden op de decentralisatie. Ik vind het essentieel dat alle gemeenten zich goed voorbereiden op de decentralisatie van de zorg voor jeugd door kennis te nemen van de inhoud en vormgeving van de jeugdsector. Dat gemeenten zich op hun eigen manier voorbereiden op de decentralisatie en er daardoor verschillen in tempo qua voorbereiding ontstaan is niet vreemd.
Ik vind het heel goed dat er al gemeenten zijn die al experimenteren met innovatieve projecten ten behoeve van de transitie. Met het Transitiebureau Jeugd, werken VWS, VenJ en VNG samen om de gemeenten concreet te ondersteunen bij de voorbereiding op de decentralisatie. Zo is bijvoorbeeld een spoorboekje opgesteld dat een stappenplan omvat over alle zaken die gemeenten geregeld moeten hebben om op 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid voor de jeugdhulp over te nemen Ook verspreidt het Transitiebureau Jeugd zoveel mogelijk goede voorbeelden. Met de transitiecommissie volgen wij hoe de voorbereidingen op deze transitie verlopen.
Deelt u de mening dat gemeenten (i.s.m. provincies) tot aan de fusie (2015) zo snel mogelijk kunnen beginnen met experimenteren, professionaliseren, kennis vergaren en delen over de jeugdzorg, teneinde goede voorbeelden te kunnen gebruiken bij het vormgeven van de jeugdzorg? Zo nee, waarom niet? Deelt u voorts de mening dat u gemeenten daarbij dient te ondersteunen? Zo nee, waarom niet?
Hoe kijkt u aan tegen innovatieve projecten die kunnen bijdragen aan de gewenste vernieuwingen binnen de jeugdzorg en aan het succes van de transitie naar de gemeenten? Zo nee, waarom kunnen innovatieve projecten volgens u niet bijdragen aan de vernieuwing binnen de jeugdzorg en aan de transitie naar de gemeenten?
Ik kijk positief aan tegen initiatieven die vanuit het veld zelf ontstaan ter voorbereiding op de decentralisatie van de zorg voor jeugd. Dit moet echter niet leiden tot een grote projectencarrousel, waarbij goede initiatieven uitdoven of in de bureaula verdwijnen. Een goede balans is nodig tussen het starten van nieuwe initiatieven en het doorontwikkelen van bestaande werkzaam gebleken innovaties. Ook is het van belang om, als nieuwe werkwijzen worden geborgd, afscheid te nemen van oude niet werkzame werkwijzen. Om te voorkomen dat beide onnodig naast elkaar blijven bestaan. Vanuit dit perspectief proberen wij zo veel mogelijk met onze ondersteunende activiteiten aan te sluiten bij wat er in het veld al gebeurt door actief mee te denken bij en vooral (innovatieve) projecten te verspreiden die van belang zijn voor gemeenten (bijvoorbeeld via de website en bijeenkomst van het netwerk van gemeentelijke transitiemanagers), zorgaanbieders en andere belangstellenden. Daarbij werken we nauw samen met de kennisinstituten, zoals het Nederlands Jeugd Instituut (NJI).
Hoeveel gemeenten en provincies zijn bezig met innovatieve projecten ten aanzien van de jeugdzorg? In welke gemeenten wordt de eerste lijn daadwerkelijk versterkt door kennis en handjes vanuit de tweede lijn naar voren te halen? Welke succesvolle projecten worden uitgevoerd op het gebied van:
a) preventie, vroegsignalering en vroeginterventie;
b) versterken van de regie door en voor de gezinnen;
c) activeren en versterken van het eigen netwerk van gezinnen;
d) schrappen in bureaucratie, protocollen en indicaties, en
e) samenwerken en verminderen van het aantal hulpverleners in een gezin?
Wat zijn de resultaten van deze projecten? Wordt de groeiende vraag naar gespecialiseerde zorg hiermee een halt toegeroepen?
Ik heb geen compleet overzicht van alle innovatieve projecten die op dit moment in het land worden uitgevoerd. Ik weet wel dat er op alle genoemde thema’s projecten worden uitgevoerd en dat de resultaten van deze projecten ook op verschillende manieren worden gedeeld. Via de website www.voordejeugd.nl.nl werken we onder andere samen met het NJI om een bibliotheek met goede voorbeelden op te nemen. Ook komt er op de website een landkaart waarin door regio’s zelf ook voorbeelden uit hun regio of gemeenten kunnen worden geplaatst. Daarnaast wisselen gemeenten, provincies en aanbieders ook onderling al veel uit, gaan bij elkaar op werkbezoek en zijn met elkaar in gesprek.
In hoeverre biedt u provincies en gemeenten (wettelijke en budgettaire) ruimte voor inhoudelijke vernieuwingen, om voorafgaand aan de transitie innovatieve stappen te kunnen zetten in de broodnodige transitie van de jeugdzorg?
Er is volop ruimte om binnen de bestaande wet- en regelgeving al innovatieve stappen te zetten richting de transitie. Deze ruimte wordt onder meer geboden door het afsprakenkader Rijk-IPO. Met het Afsprakenkader 2010–2011 dat het Rijk met provincies overeengekomen is- en is voortgezet voor 2012 – is beoogd een trendbreuk te bewerkstelligen om de groei van de vraag naar provinciaal gefinancierde jeugdzorg een halt toe te roepen en op termijn een daling van deze vraag te realiseren. Het Afsprakenkader bestaat uit drie sporen: intensivering eerstelijnszorg; efficiencyverbetering tweedelijnszorg en verbeteren uitstroom tweedelijnszorg. Hierin wordt de beweging naar gemeenten al zichtbaar. Met het Afsprakenkader is het voor provincies bijvoorbeeld mogelijk geworden om ambulante zorg zonder indicatie te leveren. Ook is mogelijk gemaakt dat provincies een deel van doeluitkering aan gemeenten kunnen doorgeven, als prikkel voor gemeenten die goed presteren in de eerstelijn. Provincies gebruiken deze ruimte om binnen de kaders van de huidige wet vooruit te lopen op de decentralisatie en hun kennis over te dragen aan gemeenten.
Deelt u de mening dat een «innovatieplatform» gewenst is om de uitwisseling van innovatieve projecten met betrekking tot de jeugdzorg te bevorderen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u hiervoor een voorstel doen?
Zoals hiervoor al is aangegeven wordt al op verschillende manieren de uitwisseling van innovatieve projecten bevorderd. Ik zie dat hierin nog verbeteringen mogelijk zijn In overleg met het veld wil ik bespreken en toetsen of er behoefte is aan een platform en hoe de uitwisseling van innovatieve projecten kan worden verbeterd. Onder andere door deze vraag de komende weken voor te leggen aan het netwerk van gemeentelijke en regionale transitiemanagers jeugd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-733.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.