Vragen van de leden Van Dekken en Dikkers (beiden PvdA) aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over aardschokken in Noord-Groningen (ingezonden 17 augustus 2012).

Antwoord van minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 25 september 2012).

Vraag 1

Is het u bekend dat er zeer recent weer aardschokken in (Noord) Groningen hebben plaatsgevonden?1

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Weet u dat dit al vele jaren voorkomt in deze regio?

Antwoord

Ja. Door de gaswinning in Noordoost-Nederland vinden regelmatig aardbevingen plaats. In deze regio worden ongeveer 40 aardbevingen per jaar door het KNMI geregistreerd, waarvan er ongeveer 5 door de bevolking gevoeld worden.

In het jaarverslag 2011 van Staatstoezicht op de Mijnen is aangekondigd dat de NAM gevraagd is om onderzoek te doen naar de mogelijkheid om aardbevingen in het Groninger gasveld te beperken.

Vraag 3 – 6

Is het u bekend dat eigenaren van onroerende goederen moeten aantonen dat schades aan deze goederen door aardgaswinning en bodemdaling is ontstaan?

Wat is uw mening over de praktijk dat deze schades bij de mijnbouwmaatschappijen moeten worden gemeld en door hun beoordeeld?

Deelt u de mening dat de noodzakelijke expertise bij de mijnbouwmaatschappij aanwezig is, en niet bij de eigenaren van onroerende goederen?

Deelt u de mening dat om die reden het beter is dat de mijnbouwmaatschappij moet gaan aantonen dat schades niet door zijn activiteiten zijn ontstaan; de omgekeerde bewijslast?

Antwoord 3 – 6

Het is erg vervelend als schades ontstaan aan eigendommen van omwonenden door het optreden van aardbevingen door gaswinning. Deze moeten uiteraard vergoed worden; de onderneming die zoekt naar delfstoffen of deze wint, is aansprakelijk voor schade die ontstaat door haar activiteiten (BW 6:177). In de Mijnbouwwet is de procedure opgenomen, die gevolgd dient te worden wanneer iemand schade heeft geleden, die het gevolg zou kunnen zijn van mijnbouwactiviteiten. Die procedure zet ik hieronder kort uiteen.

Degene die schade heeft geleden, die naar zijn mening aan een mijnonderneming kan worden toegerekend, kan die mijnonderneming dus schriftelijk aansprakelijk stellen. In dit geval gaat het hier om de NAM. De NAM laat onderzoeken of er een verband bestaat tussen haar werkzaamheden en de schade. In geval van een verband zal de NAM de kosten voor herstel vergoeden.

In het geval dat er de benadeelde het niet eens is met de conclusie van de mijnbouwonderneming, dan kan de Technische commissie bodembeweging (Tcbb) om advies verzocht worden. De Tcbb is een onafhankelijke commissie die door mij is ingesteld en haar basis vindt in de Mijnbouwwet (§6.2). De Tcbb stelt in zon geval onderzoek in naar het oorzakelijk verband tussen de verrichte mijnbouwactiviteiten en de schade, alsmede de hoogte van het schadebedrag.

Ten tijde van het instellen van de Tcbb in 2003 is door de mijnondernemingen toegezegd, dat zij altijd het advies van de Tcbb op zullen volgen zolang de Tcbb haar werk goed doet. Tot nu toe is dit altijd gedaan. Dit toont aan dat de vigerende procedure effectief is. Ik zie dan ook geen reden om de procedure aan te passen.

In deze heeft de NAM aangegeven om de gemelde schadegevallen snel af te handelen. Daarnaast kijkt de NAM naar suggesties van verschillende partijen om het schadeafhandelingsproces voor nu en voor in de toekomst te optimaliseren.

Vraag 7

Bent u bereid de inwoners van (Noord) Groningen te informeren over de oorzaken en gevolgen van aardschokken?

Antwoord

Uiteraard ben ik bereid om een toelichting te geven over de oorzaken, de gevolgen van aardschokken en de procedure voor schadeafhandeling, indien hier behoefte aan is.

Informatie hierover is in ieder geval ook te vinden op de site van de Tcbb2 en de site van het KNMI3.

Naar boven