Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de mishandeling van katten voor de productie van een film (ingezonden 9 november 2012).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 november 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat filmmakers in het Antwerpse stadhuis met katten hebben gegooid ten behoeve van filmopnames?1 Zo ja, hoe beoordeelt u dit?

Vraag 2

Deelt u de mening dat hier sprake is van dierenmishandeling op een manier die in Nederland strijdig zou worden geacht met artikel 36 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Hebt u vernomen dat de Schepen van Dierenwelzijn laat onderzoeken of het productiehuis juridisch kan worden aangepakt en dat dierenrechtenorganisatie Gaia een klacht gaat indienen tegen de makers van de film?2

Vraag 4

Deelt u de mening dat het maken, op de markt brengen of vertonen van films waarvoor dieren opzettelijk zijn mishandeld bestreden zou moeten worden zoals ook het verbod op seks met dieren is vastgelegd in de artikelen 245 en 245a van het Wetboek van Strafrecht? Zo nee, kunt u uitleggen waarom u vindt dat de aantasting van dierenwelzijn voor de vervaardiging van pornografisch materiaal wel strafbaar zou moeten zijn en de mishandeling van dieren voor andersoortige films of materiaal niet?

Vraag 5

Bent u bereid een dergelijk verbod in te stellen voor Nederland en daarbij geen onderscheid te maken tussen in Nederland en in het buitenland vervaardigd materiaal? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Ouwehand (PvdD) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de mishandeling van katten voor de productie van een film (ingezonden 9 november 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven