Vragen van het lid Dijsselbloem (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over problemen met de financiering van vakopleidingen vliegtuigtechniek (ingezonden 5 september 2012).

Antwoord van minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 25 september 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met berichtgeving over financieringsproblemen bij Europees (EASA) erkende vakopleidingen voor vliegtuigmonteurs, waardoor één van de twee opleidingsinstituten 100 jongeren naar huis heeft moeten sturen, omdat de vliegtuigmonteursopleiding geen doorgang kon vinden?1 Zo ja, hoe beoordeelt u de beschreven situatie, waarin naar voren komt dat financiering vanuit het betrokken bedrijfsleven steeds moeilijker wordt?

Antwoord 1

Ja. Van de betrokken instelling VTOC heb ik begrepen dat bezuinigingen bij de KLM-groep de financiering bemoeilijkt. Daarnaast heeft de VTOC aangegeven dat het wegvallen van het contract met de Koninklijke Luchtmacht bij het niet starten van de opleiding een doorslaggevende rol heeft gespeeld.

Vraag 2

Deelt u de mening dat dit waardevolle niche-opleidingen zijn die jongeren een onderscheidende en gedegen technische opleiding bieden?

Zo ja, wat betekent dit concreet voor uw inzet om te voorkomen dat dit soort opleidingen hun activiteiten moeten staken?

Antwoord 2

Ik deel de mening dat deze opleiding voor het afnemende veld waardevol is. De opleiding voor vliegtuigtechnicus die voldoet aan de vereisten voor Vliegtuigonderhoud Part-66 betreft een private opleiding. De vereisten, die zijn vastgesteld door het European Aviation Savety Agency (EASA), liggen hoger dan die voor een reguliere opleiding vliegtuigonderhoud in het bekostigde beroepsonderwijs (de vereisten maken derhalve ook geen deel uit van het laatst vastgestelde kwalificatiedossier).

Voor de beschrijving van mijn inzet om te voorkomen dat dit soort opleidingen hun activiteiten moeten staken verwijs ik u naar het antwoord op vraag 4.

Vraag 3

Kunt u aangeven of dit probleem bij meer technische opleidingen in andere bedrijfssectoren voorkomt?

Antwoord 3

Er hebben mij geen signalen bereikt van vergelijkbare voorbeelden in andere bedrijfssectoren.

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat er andere financieringsvormen en opleidingsconcepten, zoals de vakschool, ontwikkeld moeten worden om dergelijke technische opleidingen toekomst te bieden?

Zo ja, wat betekent dit voor uw inzet op dit gebied? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ik deel de opvatting dat publiekprivate samenwerking van belang is om opleidingen in stand te houden waar de arbeidsmarkt behoefte aan heeft. In de praktijk weten het onderwijsveld en het bedrijfsleven elkaar ook goed te vinden.

Op 11 september jl. heb ik overleg gevoerd met de betrokken onderwijsinstellingen en het College van Belanghebbenden Luchtvaartonderwijs over het onderwijs voor vliegtuigonderhoud in den brede. De situatie van VTOC, die opleidingen aanbiedt met vereisten die uitgaan boven de vereisten in het huidige kwalificatiedossier, is hierbij ook aan de orde geweest. Met de betrokkenen is afgesproken te bezien op welke wijze het vliegtuigonderwijs op toegankelijke, kwalitatief goede en doelmatige wijze aangeboden kan worden. De uitkomsten hiervan verwacht ik eind van dit jaar gereed te hebben.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Elias en Lucas (beiden VVD), ingezonden 4 september 2012 (vraagnummer 2012Z15571)


X Noot
1

«Monteurs in zwaar weer» – Telegraaf, vrijdag 17 augustus 2012

Naar boven