Vragen van de leden Pechtold en Bergkamp (beiden D66) aan de minister van Veiligheid
en Justitie over de kunstroof in Rotterdam (ingezonden 17 oktober 2012).
Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 29 november 2012).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 489.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Zeven topschilderijen gestolen uit de Kunsthal»?1
Antwoord 1
Ik betreur het zeer dat deze schilderijen gestolen zijn uit de Kunsthal.
Vraag 2
Wat vindt u van de opmerking van de geciteerde beveiligingsexpert dat één beveiligingsschil
te weinig is bij een dergelijke grootse collectie?
Antwoord 2
De beveiliging komt tot stand in overleg tussen de beveiligingsexperts van het museum
en de verzekeringsmaatschappij. Ik heb daar geen oordeel over.
Vraag 3
Herinnert u zich de antwoorden van uw voorganger op eerdere vragen waarin hij stelde
dat drie fte bij de Unit Criminaliteit van de dienst Internationale Politie-informatie
(IPOL) voldoende was voor een effectieve bestrijding van kunstroof en dat een aparte
unit niet nodig was?2 Bent u die mening ook toegedaan? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Vooreerst hecht ik eraan te benadrukken dat de daadwerkelijke opsporing van gestolen
voorwerpen en daarmee ook die van kunst en antiek, primair een taak is van de regiokorpsen
en dat de dienst IPOL daar met expertise en intelligence ondersteuning aan verleent.
Binnen de unit Criminaliteit van de dienst IPOL van het KLPD is als herkenbare eenheid
de Groep Kunst- en Antiekcriminaliteit ingericht. Deze Groep verzamelt informatie
en analyseert incidenten met betrekking tot kunstcriminaliteit, zowel nationaal als
internationaal.
Voorts coördineert de Groep alle informatieverzoeken m.b.t. kunstcriminaliteit en
adviseert de regionale politie bij de opsporing van kunstcriminaliteit. Tot slot draagt
de groep zorg voor signalering van in Nederland gestolen kunst, antiek of cultuurgoederen,
zowel nationaal als internationaal in de Interpol database voor Stolen Works of Art.
In eerste aanleg waren voor deze activiteiten drie fte voldoende. De toenemende bekendheid
van de Groep binnen de Nederlandse politie heeft er echter toe geleid dat het aantal
meldingen van incidenten en verzoeken om informatie sterk is gestegen ten opzichte
van 2009. Om die reden is de sterkte van de Groep Kunst- en Antiekcriminaliteit begin
2012 met één fte uitgebreid tot vier fte.
Vraag 4
Hoe functioneert de in 2009 opgerichte database voor gestolen kunst? Deelt u de mening
dat voor een effectieve aanpak van kunstroof meer inzet nodig is rondom de database?
Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De in 2009 opgerichte database voor gestolen kunst, EDISON Kunst en Antiek, wordt
gebruikt voor de afzonderlijke registratie van in Nederland gestolen kunst, antiek
en cultuurgoederen. Sinds 2009 zijn ongeveer 1 700 in Nederland gestolen voorwerpen
in EDISON K&A opgenomen. Deze database dient ter ondersteuning van de coördinatie
voor de (inter)nationale registratie en opsporing van de in Nederland gestolen kunstvoorwerpen
en het verzamelen van de benodigde statistische gegevens. De informatie wordt aangeboden
aan Interpol met het verzoek deze voorwerpen op te nemen in de Interpol Database on
Stolen Works of Art die voor het publiek, om niet, te raadplegen is en die een kleine
40 000 voorwerpen bevat.
Vraag 5
Hoe verloopt het instellen van regionale contactpersonen op het terrein van kunst
en antiek binnen de nationale politie, zoals door u aangekondigd?
Antwoord 5
Meer inzet specifiek gericht op de nationale database acht ik niet zinvol. Bij vraag
4 heb ik reeds uitgelegd dat alle in Nederland gestolen kunst, antiek en cultuurgoederen
opgenomen worden in deze database alsmede in de database van Interpol. Op deze wijze
kan zowel de politie, de burger als de handel kosteloos toegang krijgen tot relevante
informatie op dit terrein.
Vraag 6
Hoe verloopt het instellen van regionale contactpersonen op het terrein van kunst
en antiek binnen de nationale politie, zoals door u aangekondigd?
Antwoord 6
Het aanstellen van taakaccenthouders zoals aangekondigd in de brief die ik samen met
de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen deze zomer aan de Tweede
Kamer heb gezonden3, verloopt gestaag. Inmiddels zijn taakaccenthouders aangesteld in de (toekomstige)
regionale eenheden Noord-Nederland, Noord-Holland, Amsterdam, Midden-Nederland, Zeeland-West-Brabant,
Oost-Brabant en Limburg. Per 1 januari zullen ook bij de overige regionale eenheden
taakaccenthouders zijn aangesteld.
X Noot
1Algemeen Dagblad, 16 oktober 2012
X Noot
2Schriftelijke vragen van de leden Pechtold en Van der Ham (beiden D66), 30 oktober
2009, Kenmerk: AH 1 026