Vragen van het lid Wolbert (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over verontrustende cijfers over gehoorschade (ingezonden 5 oktober 2012).

Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 november 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 356

Vraag 1

Bent u bekend met de verontrustende cijfers over gehoorschade bij jongeren?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat steeds meer jonge mensen in Nederland door onwetendheid gehoorschade dreigen op te lopen?

Antwoord 2

Gehoorschade opgelopen door te harde muziek bij jongeren is een gezondheids- en maatschappelijk probleem dat in principe voorkomen had kunnen worden. Jongeren moeten er bewust van zijn dat ze bij het luisteren naar harde muziek het risico op gehoorschade lopen. De Nationale Hoorstichting heeft zich, mede met financiering van het ministerie van VWS, de afgelopen jaren ingezet op het informeren, bewustmaken en het veranderen van risicogedrag van jongeren. Uit het recente onderzoek van de Nationale Hoorstichting blijkt dat het van belang blijft om informatie over het risico op gehoorschade door lawaai te verstrekken.

Vraag 3

Welke pogingen heeft u tot dusver ondernomen om onnodige gehoorschade te voorkomen of te beperken?

Antwoord 3

Zie mijn antwoord op vraag 3 en 6 van de leden Voordewind (ChristenUnie) en Bruins Slot (CDA) over gehoorschade bij de jeugd (vraagnummer 2012Z16721).

Vraag 4

Weet u wat de meest effectieve interventiemethode is om mensen bewust te maken van de risico’s die zij lopen in discotheken en muziekevenementen?

Antwoord 4

Tot nu toe heeft de Nationale Hoorstichting, mede met financiering van het ministerie van VWS, vooral ingezet op informatieverstrekking en bewustmaking van de gevaren van mogelijke gehoorschade door te harde muziek aan kinderen en jongeren. Hiervoor is onder andere lesmateriaal voor scholen ontwikkeld, zijn folders gemaakt en laagdrempelige hoortesten ontwikkeld. Ook wordt voorlichting gegeven op muziekfestivals. Daarnaast werkt de muzieksector via het keurmerk Oorveilig en het Convenant geluidsbeleid muzieksector samen met de Nationale Hoorstichting aan het voorkomen van gehoorschade bij de bezoekers van discotheken, clubs en festivals. Eind december wordt de effectiviteit van het keurmerk Oorveilig en het Convenant geluidsbeleid muzieksector geëvalueerd.

Vraag 5

Heeft u deze ingezet om ouders en kinderen voor te lichten over de gehoorschade door discotheken en muziekevenementen? Zo ja, wat zijn de resultaten en zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Ja. Van het werkmagazine «OORzaken» zijn bijvoorbeeld al ruim 60 000 exemplaren afgenomen door ruim 1 000 basisscholen. Op deze manier worden kinderen bereikt voordat de risicogedragingen (persoonlijke geluidsdragers, discotheekbezoek) ontstaan. Daarnaast zijn er verschillende websites voor kinderen en jongeren over voorkombare gehoorschade. Uit een onlangs gehouden enquête blijkt er wel een kloof te zitten tussen «geïnformeerd zijn» en «iets doen».

Vraag 6

Deelt u de mening dat het een groot probleem is dat mensen zich nog steeds niet bewust zijn van het gegeven dat veel discotheken en evenementen het aantal decibels schadelijk hoog laten oplopen, zoals uit dit onderzoek blijkt?

Antwoord 6

Uit het onderzoek van de Nationale Hoorstichting blijkt dat een groot gedeelte van het uitgaanspubliek zich niet bewust is van de risico’s van te harde muziek en geen gehoorbeschermers draagt. Het is van belang dat het uitgaanspubliek zich bewust is van de risico’s en maatregelen neemt om gezondheids- en maatschappelijke problemen te voorkomen.

Vraag 7

Wat vindt u ervan dat de meeste mensen de overheid een toeziende en corrigerende taak toedichten in deze kwestie?

Antwoord 7

Ik zie het voorkomen van gehoorschade door te harde muziek bij de bezoekers van muzieklocaties vooral als een maatschappelijke verantwoordelijkheid van de muzieksector zelf. De muzieksector is samen met de Nationale Hoorstichting al bezig met de preventie van gehoorschade door te harde muziek bij bezoekers van muzieklocaties. Dit gebeurt onder andere via het keurmerk Oorveilig en het Convenant geluidsbeleid muzieklocaties. Het keurmerk en het convenant worden in december 2012 geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie wil ik samen met de sector kijken of nadere actie nodig en gewenst is.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie), ingezonden 4 oktober 2012 (vraagnummer 2012Z16721)

Naar boven