Vragen van het lid Yücel (PvdA) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het gebrek aan voortgang van de ambitie om meer vrouwen in topfuncties te benoemen (ingezonden 17 oktober 2012).

Antwoord van minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 2 november 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Ook bij de overheid weinig vrouwen in topposities»?1

Antwoord 1

Ik heb kennisgenomen van genoemd artikel.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de stagnatie in de opmars van vrouwen aan de top van het openbaar bestuur in de afgelopen kabinetsperiode en welke verklaring heeft u hiervoor?

Antwoord 2

De laatste jaren is inderdaad sprake van een beperkte groei van het percentage vrouwen bij overheidsmanagers. In 2008 ging het bij de rijksoverheid om 20%, in 2009 24,9%, in 2010 25,9%, in 2011 25,7% en per september 2012 25,9% (cijfers Algemene Bestuursdienst). Een belangrijke rol spelen de bezuinigingen en krimp binnen het Rijk. Deze hebben geleid tot een beperkte instroom. Het gaat om 67 ABD benoemingen in 2011, waarbij 47 managers al een ABD-functie bekleedden.

Vraag 3

Vindt u dat de overheid een voorbeeldfunctie heeft en actief beleid moet voeren om een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen in de top van het openbaar bestuur te bewerkstelligen? Zo ja, op welke wijze zou, volgens u, een actieve voorbeeldrol van de overheid vorm moeten krijgen? Zo nee, waarom vindt u dat de overheid hier geen voorbeeldfunctie heeft?

Antwoord 3

Het huidig kabinetsbeleid gaat uit van zelfregulering, de stimulering van het charter Talent naar de Top, de corporate governance code en de invoering van het amendement Kalma per 1 januari aanstaande. Dit biedt volop mogelijkheden voor maatwerk per organisatie en past bij het uitgangspunt dat het bevorderen van meer vrouwen in de top primair de verantwoordelijkheid van de werkgever is.

Of en in hoeverre de overheid de komende jaren een voorbeeldfunctie moet hebben is een zaak voor het nieuwe kabinet.

Vraag 4

Hoe beoordeelt u – in het licht van dit artikel – de matige resultaten en stagnatie zoals weergegeven in de monitor «Talent naar de Top 2011» van het Sociaal en Cultureel Planbureau?2

Antwoord 4

Bij het in ontvangst nemen van de monitor Talent naar de Top 2011 van het SCP/ Commissie Monitoring Talent naar de Top heb ik mijn zorgen uitgesproken over het tempo van vorderingen. Ook heb ik aangedrongen bij bedrijven/ondertekenaars op het aanscherpen van de ambitie en het tijdig anticiperen op de invoering van het amendement Kalma.

Vraag 5

Hoe ziet u de rol van de overheid om de voortgang van de streefwaarde van 30% vrouwen in de top, zoals neergelegd in de motie van het lid Kalma c.s., in 2016 ook daadwerkelijk te kunnen behalen?3

Antwoord 5

De invulling van deze rol is een zaak voor het nieuwe kabinet.


X Noot
1

«Ook bij de overheid weinig vrouwen in topposities», de Volkskrant, 15 oktober 2012

X Noot
2

«Talent naar de Top, Monitor SCP, 8 oktober 2012

X Noot
3

Motie Kalma c.s. Kamerstuk 31 083, nr. 17

Naar boven