Vragen van het lid Visser (VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht het buitenspel zetten van makelaars bij tijdelijke verhuur (ingezonden 11 oktober 2012).

Mededeling van minister Spies (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 2 november 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «het buitenspel zetten van makelaars bij tijdelijke verhuur»?1

Vraag 2

Is het waar dat woningbezitters die hun huis tijdelijk willen verhuren door de grote banken, waaronder staatsbank ABN-AMRO, worden verplicht, dan wel zeer streng worden aangeraden om zich te wenden tot slechts drie door hen geselecteerde partijen en hierdoor alle andere partijen op de (tijdelijke) verhuurmarkt worden uitgesloten door de banken? Zo ja, welke partijen? Zo nee, wat klopt er dan wel van deze berichtgeving?

Vraag 3

Wat vindt u van het feit dat commerciële makelaars hierdoor effectief uitgesloten zijn van de tijdelijke verhuurmarkt voor particuliere woningeigenaren? Komt de keuzevrijheid voor consumenten hiermee niet in het geding? Deelt u de opvatting dat hierdoor sprake kan zijn van een prijsopdrijvend effect, omdat banken geen andere toetreders tot de markt van makelaars bij tijdelijke verhuur toelaten? Vindt u deze situatie wenselijk voor de woningbezitters, in het licht van het feit dat huizen langer te koop staan en tijdelijke verhuur een optie is die door steeds meer woningbezitters wordt toegepast? Zo nee, kunt u aangeven welke waarborgen er zijn dat zowel de keuzevrijheid als het risico van prijsopdrijving wordt voorkomen? Zo ja, welke acties gaat u ondernemen om deze situatie te veranderen?

Vraag 4

Wat vindt u ervan dat banken in het artikel aangeven dat de commerciële makelaars niet in staat zijn geweest om deugdelijke contracten af te sluiten, waardoor er extra werkbelasting wordt veroorzaakt en banken meer risico’s lopen omdat woningen onverzekerd kunnen blijken bij schade door slechte afspraken? Vindt u de door de banken getroffen maatregel proportioneel in relatie tot de risico’s die zij mogelijk lopen en de consequentie dat woningbezitters beperkt worden in hun keuzevrijheid? Bent u bereid om met de banken alternatieve mogelijkheden te bespreken om «slechte afspraken» te voorkomen, zoals modelhuurovereenkomsten?

Vraag 5

Deelt u de opvatting dat, gelet op het feit dat in het artikel wordt gesproken over malafide praktijken bij tijdelijke verhuur en wordt gesteld dat er een goede screening van de huurder nodig is om eventuele malafide praktijken te voorkomen,  malafide praktijken moeten worden aangepakt en dat dit  verankerd moet worden in de herziening van de Leegstandswet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de Kamervragen van het lid Visser (VVD) over het bericht over buitenspel zetten van makelaars bij tijdelijke verhuur (ingezonden 11 oktober 2012) niet binnen een termijn van drie weken kunnen worden beantwoord, omdat met de informatievergaring ten behoeve van de beantwoording nog enige tijd gemoeid is.


X Noot
1

Telegraaf, 3 oktober 2012

Naar boven