Vragen van het lid Van Klaveren (PVV) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de constatering dat hulpclubs overbodig werk verrichten. (ingezonden 15 oktober 2012).

Antwoord van staatssecretaris Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 november 2012)

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Ontwikkelingshulp kan zonder Cordaid of Novib»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw visie op de constatering van experts als Dambisa Moyo, William Easterly en Simeon Djankov dat ontwikkelingshulp zorgt voor corruptie, het in het zadel houden van ondemocratische regimes en een enorme verspilling van belastinggeld?

Antwoord 2

De ideeën van bovengenoemde auteurs tonen een grote diversiteit en besteden vooral aandacht aan macro-economische vormen van hulpverlening. Ik verwelkom deze ideeën als bijdrage aan een kritisch debat over de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking, maar vind ze wel wat eenzijdig. Het door u genoemde artikel betreft vooral gerichte en kleinschalige inspanningen via het particuliere kanaal. Met behulp van o.a. Cordaid, Oxfam Novib en ICCO worden Nederlandse ODA gelden geïnvesteerd in versterking van het maatschappelijk middenveld.

In mijn brief aan de Tweede Kamer van 22 oktober jl (DSO/MO-213/12) geef ik aan dat een sterke en diverse burgersamenleving bijdraagt aan het kritisch volgen en voeden van o.a. het beleid en de budgetbestedingen van overheden en bedrijven. Hierdoor verbetert de samenwerking tussen burgers, overheid en private sector wat leidt tot inclusieve economische groei, betere sociale voorzieningen en een veiliger en stabielere samenleving. IOB verwijst in het rapport Facilitating resourcefulness (IOB rapport nr. 336 van 4 augustus 2011) naar de conclusies van een studie van Gaventa en Barrett daarover.

Vraag 3

Hoeveel subsidie van Nederlandse overheden hebben de hulpclubs Cordaid, Oxfam Novib en ICCO de afgelopen 20 jaar ontvangen?

Antwoord 3

Van de Nederlandse ontwikkelingsfondsen is de afgelopen 20 jaren gemiddeld EUR 245 miljoen per jaar via deze drie organisaties in ontwikkelingslanden besteed.

Vraag 4

In hoeverre bent u bereid alles in het werk te stellen om de stroom  belastinggeld die richting de bovengenoemde (overigens vaak anti-Israëlische) hulpclubs gaat, zo spoedig mogelijk stop te zetten?

Antwoord 4

De genoemde gelden worden in ontwikkelingslanden besteed via de genoemde Nederlandse ontwikkelingsorganisaties. Bewijs, zoals bij voorbeeld recent door Charles Kenny van het gerenommeerde Center for Global Development in zijn publicatie «Getting Better» lezenswaard uiteengezet, toont aan dat (ook) fondsen die via het particuliere kanaal geïnvesteerd worden, bewezen bijdragen aan de kwaliteit van leven in ontwikkelingslanden. Uit recente gesprekken die in mijn naam werden gevoerd met vertegenwoordigers van burgerorganisaties in Burundi, Uganda en Bangladesh bleek dat de bijdrage van Nederlandse en internationale NGO’s aan het ontwikkelingsproces in die landen effectieve, toegevoegde waarde heeft.

Daarmee zie ik geen aanleiding het huidige beleid te wijzigen.


X Noot
1

Trouw, 12 oktober 2012

Naar boven