Vragen van het lid Helder (PVV) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
over het bericht «Serieverkrachter (18) loopt dagen vrij rond» (ingezonden 27 september
2012).
Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 31 oktober
2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 305.
Vraag 1
Is het waar dat een beruchte serieverkrachter uit Almere vorige week bijna vier dagen
vrij heeft rondgelopen en dat justitie niet publiekelijk alarm heeft geslagen?1
Vraag 2
Waarom heeft justitie niet direct groot alarm geslagen, ook niet nadat deskundigen
aangaven dat deze serieverkrachter makkelijk in herhaling kan vallen?
Antwoord 2
Per incident wordt het belang van een opsporingsbericht afgewogen. Bij de overweging
om hiertoe al dan niet over te gaan, is, naast de afweging van de proportionaliteit
en subsidiariteit, de inschatting van de reactie van de onttrokken persoon op de media-aandacht
van groot belang. Uit ervaring is bekend dat sommige onttrokken personen gevaarlijker
en meer onberekenbaar worden door media-aandacht, anderen slaan op vlucht. In de onderhavige
zaak is, na een weloverwogen inschatting, besloten dat berichtgeving middels de media
het opsporingsbelang niet zou dienen. Hierbij is het recidive- en gevaarsrisico meegewogen.
Vraag 3
Wat is het beleid met betrekking tot wel of geen alarm slaan bij een ontsnapping van
een gevaarlijke tbs'er? Hoe wordt de afweging tussen in het belang van de opsporing
en het belang van bescherming van de samenleving gemaakt?
Antwoord 3
Zie antwoord 2. De bescherming van slachtoffers en samenleving prevaleert boven het
belang van de opsporing. Juist hiervoor dient de zorgvuldige afweging om al dan niet
over te gaan tot een opsporingsbericht.
Vraag 4
Deelt u de mening dat door niet publiekelijk alarm te slaan, justitie de samenleving
ernstig in gevaar heeft gebracht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee, zie antwoord 2 en 3.
Vraag 5
Waarom wordt een serieverkrachter die in rapporten wordt bestempeld als gevaarlijk
en onberekenbaar in de samenleving losgelaten bij wijze van proefverlof?
Antwoord 5
Er is geen sprake van een planmatig ofwel proefverlof. Vanwege een noodzakelijk bezoek
aan een specialist is door de directeur van de inrichting toestemming aan de betrokken
jeugdige verleend om de inrichting onder toezicht van twee begeleiders te verlaten,
conform artikel 47 lid 4 sub c Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj).
Vraag 6
Hebben deze ontsnapping of mislukte proefverloven in het algemeen ook gevolgen voor
de deskundige die dit proefverlof veilig achtte? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De onttrekking van de betrokken jeugdige heeft geen disciplinaire gevolgen gehad voor
medewerkers van de inrichting. Bij de toekenning van het extramurale medisch bezoek
is gehandeld conform de geldende wet- en regelgeving. Wel zal het incident intern
worden geëvalueerd om hieruit lering te trekken voor soortgelijke zaken in de toekomst.
Indien er niet conform de wet- en regelgeving wordt gehandeld bij de beoordeling van
een te verlenen verlof, kunnen er maatregelen worden getroffen jegens de persoon in
kwestie, zoals bijvoorbeeld het opleggen van een disciplinaire straf.
Vraag 7
Deelt u de mening dat tbs (in de huidige vorm) moet worden afgeschaft? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
Nee, de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel),
waartoe de betrokken jeugdige in eerste aanleg is veroordeeld, is een waardevolle
toevoeging aan het jeugdsanctiestelsel. De PIJ-maatregel biedt de mogelijkheid om
jeugdigen die ernstig delictgedrag vertonen, een intensieve en intramurale behandeling
te bieden. Indien er aan het gevaar van de jeugdige een stoornis ten grondslag ligt,
dan strekt de PIJ-maatregel er mede toe deze stoornis te behandelen. De duur van de
PIJ-maatregel vloeit voort uit de wet, is vatbaar voor verlenging en biedt ook de
ruimte om van verlenging af te zien. Het al dan niet verlengen van de maatregel hangt
af van het succes van de behandeling. De veiligheid van de samenleving kan zodoende
optimaal worden beschermd en de jeugdige kan worden voorbereid op een succesvolle
terugkeer in de maatschappij.
X Noot
1Telegraaf, 25 september 2012