Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie en de minister van Veiligheid en Justitie over het doodschieten
van een stier die gevallen is uit een omgeslagen aanhangwagen op de A2 (ingezonden
27 september 2012).
Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen
30 oktober 2012)
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat er vandaag een stier op de A2 uit een omgeslagen aanhangwagen
is gevallen, waarop een dierenarts het dier heeft doodgeschoten?1
Antwoord 1
Ja. De stier is overigens niet door een dierenarts neergeschoten, maar door de politie.
Vraag 2
Wat is de specifieke oorzaak van het kantelen van de aanhangwagen?
Antwoord 2
Uit getuigenverklaringen is gebleken dat het verkeer over de Lekbrug hinder ondervond
van de krachtige wind dwars op de rijrichting. De aanhanger begon ter plekke te slingeren
en kort daarna schaarde de combinatie en kantelde de aanhangwagen. De koe en de stier
zijn vervolgens ontsnapt.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe het komt dat de dieren in de aanhanger zo onrustig waren? Zo ja,
kunt u dit toelichten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het is niet bekend of, en zo ja waarom, de dieren in de aanhangwagen onrustig waren.
Vraag 4
Kunt u aangeven of het transport onvoldoende of niet voldeed aan de voorwaarden uit
de Europese verordening inzake de bescherming van dieren tijdens transport, waardoor
de dieren zo onrustig waren en de aanhangwagen kantelde? Zo ja, hoe beoordeelt u dit
en welke maatregelen gaat u treffen om ervoor te zorgen dat dit in de toekomst niet
meer voorkomt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het betrof vervoer waarbij de veehouder zijn eigen dieren in zijn eigen vervoermiddel
over een afstand van minder dan 50 km van zijn bedrijf naar de slachterij verplaatste.
Op grond van artikel 1 2e lid onder b van de Verordening (EG) Nr. 1/2005 inzake de bescherming van dieren tijdens
het vervoer zijn dan alleen de algemene bepalingen van artikel 3 voor het vervoer
uit de Verordening van toepassing. Er zijn geen aanwijzingen dat bij dit transport
hieraan niet is voldaan.
Vraag 5
Kunt u aangeven of de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ook controles
uitvoert op dit soort kleine transporten? Zo ja, wat wordt er gecontroleerd en hoe
vaak? Zo nee, waarom niet en bent u bereid maatregelen te treffen die ervoor zorgen
dat ook dit soort kleine transporten in de toekomst wel worden gecontroleerd?
Antwoord 5
De NVWA voert controles uit op de naleving van de Verordening van alle soorten van
vervoer van dieren. Steekproefsgewijs worden door het jaar heen ook dit soort kleine
transporten van dieren gecontroleerd.
Vraag 6, 7 en 8
Kunt u het kader van afwegingen en de beslissingen schetsen bij het doden van de stier?
Waarom was het doodschieten van de stier «de beste optie» en het gebruiken van een
verdovingsgeweer niet?
Is er een protocol hoe te handelen met de dieren in geval van uitbraak en ongevallen
met veetransporten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u dat met ons delen?
Antwoord 6, 7 en 8
De politie heeft een richtlijn waarin is beschreven hoe zij zal omgaan met dit soort
incidenten. Bij losgebroken dieren, die zich niet meer of nauwelijks laten vangen
en (direct) gevaar opleveren voor de veiligheid, moet het dier onschadelijk worden
gemaakt. Hiertoe wordt een dierenarts met een verdovingsgeweer opgeroepen. Indien
dit niet mogelijk is, zal de politie het dier doden met het dienstvuurwapen.
Bij dit incident hebben de betrokken agenten de assistentie van een dierenarts met
verdovingsgeweer ingeroepen. De dierenarts verklaarde echter dat hij over onvoldoende
verdovingsmiddel beschikte. Tegelijkertijd dreigde er acuut gevaar voor de verkeersdeelnemers.
De stier dreigde namelijk de middenvangrail over te springen naar de andere rijbaan,
waar het verkeer met een snelheid van ongeveer 70 tot 80 km/u reed. Hierop heeft de
politie gebruik gemaakt van het dienstvuurwapen en de stier in de kop geschoten. De
stier is vervolgens afgevoerd naar het dichtstbijzijnde slachthuis en daar gedood.
Op dit moment wordt gewerkt aan een gezamenlijk afsprakenkader (NVWA, RWS, KLPD, politie)
over hoe op te treden bij incidenten met dieren op de weg. Tot nu toe bestaan er nog
geen gezamenlijke afspraken. In het afsprakenkader zal worden opgenomen hoe partijen
zullen handelen bij een verkeersongeval/of pechgeval op het hoofd- en rijkswegennet
waarbij dieren zijn betrokken. Deze afspraken hebben betrekking op de taakverdeling,
de werkwijze en de onderlinge communicatie.