Vragen van het lid Kortenoeven (Groep Kortenoeven-Hernandez) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de nieuwe oproep van de president van de Islamitische Republiek Iran tot vernietiging van de Joodse staat Israël alsmede over mogelijk subversieve activiteiten van Iraanse ambassades in het Westen (ingezonden 3 augustus 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 18 september 2012).

Vraag 1

Kent u het nieuwsartikel «Ahmadinejad: World forces must strive to annihilate Israël»1; het rapport «Referral of Iranian President Ahmadinejad on the Charge of Incitement to Commit Genocide»2; het rapport «The Iranian Leadership’s Continuing Declarations of Intent to Destroy Israël 2009–2012»3; de internationale petitie «The Danger of a Nuclear, Genocidal and Rights-Violating Iran: The Responsibility to Prevent Petition»4; en het nieuwsartikel «Protesters accuse Iranian Embassy of enlisting spies»5?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat oproepen van president Ahmadinejad en andere Iraanse functionarissen, strekkende tot de vernietiging van Israël en bijgevolg het plegen van genocide op haar bewoners, de voorwaarden van artikel 3 van het Verdrag inzake de Voorkoming en de Bestraffing van Genocide vervullen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De recente, aan president Ahmadinejad toegeschreven uitlatingen zijn verwerpelijk en volstrekt onacceptabel. De Nederlandse regering heeft deze dan ook sterk veroordeeld. Een juridische bestrijding van deze uitspraak van de Iraanse president is helaas niet kansrijk. Vervolging van Ahmadinejad door het Internationaal Strafhof (ICC) is niet mogelijk, omdat Iran het Statuut van het ICC niet heeft geratificeerd.

Vraag 3

Neemt u de oproepen tot vernietiging van de Joodse staat Israël en het bijgevolg plegen van genocide op de inwoners van die staat, zoals die herhaaldelijk door president Ahmadinejad en andere Iraanse functionarissen zijn gedaan, serieus? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u dan bereid om unilateraal en multilateraal te ijveren voor het treffen van maatregelen zoals die in bijlage 4 door professor Irwin Cotler c.s. worden voorgesteld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Schofferende of bedreigende uitspraken ten aanzien van andere landen of bevolkingsgroepen neem ik altijd serieus. Ik blijf met grote aandacht en zorg de ontwikkelingen in Iran en uitspraken van het regime in Teheran volgen.

Vraag 4

Hoe is door de Nederlandse regering gereageerd op deze nieuwe Iraanse oproep tot vernietiging van de Joodse staat Israël en het bijgevolg plegen van genocide op de bevolking daarvan? Welke concrete maatregelen gaat u treffen om op passende wijze richting het Iraanse regime uitdrukking te geven aan uw bezorgdheid en ongenoegen?

Antwoord

De Nederlandse en EU afwijzing van antisemitische opmerkingen is bij herhaling aan de Iraanse regering duidelijk gemaakt. Nederland uit daarnaast regelmatig, bilateraal en in multilateraal verband, haar ernstige zorgen over de rol van Iran in de regio.

Vraag 5

Bent u bereid het voortouw te nemen om de staten waarvan ambassadeurs de ramadantoespraak van president Ahmadinejad hebben bijgewoond unilateraal en/of via de Europese Unie op te roepen zich onverwijld en zonder voorbehoud te distantiëren van deze nieuwe oproep tot vernietiging van de Joodse staat Israël en het bijgevolg plegen van genocide op de bevolking daarvan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u de Tweede Kamer te zijner tijd verslag uitbrengen van de reacties ter zake?

Antwoord

Nederland neemt, net als andere EU lidstaten, met kracht afstand van antisemitische uitlatingen van de Iraanse president en woont toespraken waarbij dit soort uitspraken worden gedaan niet bij. Dit EU standpunt is algemeen bekend.

Vraag 6

Hoeveel geaccrediteerde en niet geaccrediteerde functionarissen zijn er werkzaam op de Iraanse ambassade in Den Haag en welke functies worden door hen bekleed? Is deze ambassadestaf naar uw oordeel kwantitatief en kwalitatief in verhouding met het niveau, respectievelijk de praktische invulling van de Nederlands-Iraanse relaties? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo nee, bent u bereid de niet essentiële functionarissen uit te wijzen? Indien u daartoe niet bereid bent, waarom niet?

Antwoord

De Iraanse ambassade telt momenteel 17 geaccrediteerde functionarissen. Het staat landen vrij om binnen redelijke grenzen over de personele invulling van hun diplomatieke vertegenwoordiging(en) te besluiten, zoals het de Nederlandse regering vrij staat te besluiten hoeveel medewerkers op onze vertegenwoordigingen worden geplaatst. In Nederland is een aantal Internationale Organisaties gehuisvest, wat in het algemeen tot een groter aantal geplaatste diplomaten leidt.

Vraag 7

Wilt u deze vragen voor de duidelijkheid ieder afzonderlijk en gezien de urgentie binnen tien dagen na ontvangst beantwoorden?

Antwoord

De vragen zijn grotendeels afzonderlijk en binnen de daarvoor gestelde termijn van drie weken beantwoord.

Naar boven