Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht «RWE wil vier olieproefboringen in Waddenzee» (ingezonden 15 augustus 2012).

Antwoord van minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 29 oktober 2012)

Vraag 1

Heeft u kennis kunnen nemen van het bericht «RWE wil vier olieproefboringen in Waddenzee»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Heeft u kennis kunnen nemen van het bericht «Olietanker aan de grond op de Wadden»?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Deelt u de mening dat dit eens te meer aantoont dat gesleep met olie door het Waddengebied niet zonder risico’s is?

Antwoord 3

Ja, daarom geldt er voor het transport van potentieel schadelijke stoffen stringente regelgeving om de risico’s tot een minimum in te perken. Ingeval van een calamiteit kan er snel gereageerd worden om schade te voorkomen dan wel in omvang te beperken.

Vraag 4

Deelt u de mening dat de bijzondere en kwetsbare natuur in het Waddengebied beschermd dient te worden?

Antwoord 4

Ja.

Vraag 5

Bent u voornemens er bij uw Duitse collega’s op aan te dringen om geen medewerking te verlenen aan nieuwe olieproefboringen in het Waddengebied?

Antwoord 5

Nee, want de proefboringen waarover het hier gaat vallen binnen de afspraken die wij gezamenlijk hierover hebben gemaakt tijdens het werelderfgoednominatieproces. Deze afspraken zijn opgenomen bij de inschrijving van de Duits-Nederlandse Waddenzee op de UNESCO Werelderfgoedlijst in 2009. Naast deze internationale afspraken heeft de Duitse overheid haar eigen verantwoordelijkheid binnen haar nationale wettelijke kaders.

Vraag 6

Deelt u de mening dat er eigenlijk helemaal niet meer naar olie geboord zou moeten worden in het Waddengebied?

Antwoord 6

Nee, althans niet voor het hele Waddengebied. In het Wadden Sea Plan 2010 is het gemeenschappelijke beleid van Nederland, Duitsland en Denemarken ten aanzien van het exploreren en exploiteren van olie en gas in de Waddenzee vastgelegd. Daarin is vastgelegd dat exploratie en exploitatie niet mag in het Werelderfgoedgebied van de Waddenzee.

Voor het overige beschermde gedeelte van de Waddenzee, waarin ook de genoemde proefboorlocaties vallen die de RWE wil gaan gebruiken, geldt dat exploratie alleen is toegestaan als redelijkerwijs verwacht mag worden dat exploitatie van buiten het beschermingsgebied mogelijk is. Dit gevoegd bij de stringente voorwaarden die aan boringen gesteld worden geeft de zorgvuldigheid van de gevolgde procedure en het geldende regime aan.

Vraag 7

Gaat u ook met RWE in gesprek om het bedrijf daarvan te overtuigen?

Antwoord 7

Zie antwoord bij 6.

Naar boven