Vragen van het lid Geurts (CDA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie over het artikel «vegabal inzet strijd vleessector» (ingezonden 25 september
2012).
Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 25 oktober
2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 197.
Vraag 1
Kent u het artikel «vegabal inzet strijd vleessector»?1
Vraag 2
Is het waar dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) geen prioriteit
aan handhaving, zoals boetes, geeft als de voedselveiligheid niet in het geding is?
Antwoord 2
Nee. De NVWA stelt prioriteiten in de zaken die ze aanpakt binnen de capaciteit die
zij voor het toezicht beschikbaar heeft. De handhaving van de NVWA is risico gebaseerd:
hoe meer risico, hoe meer prioriteit. Daarom heeft voedselveiligheid de hoogste prioriteit,
maar ook bij vormen van (ernstige) misleiding treedt de NVWA op.
Vraag 3
Deelt u de mening dat spies van kip een kipspies moet heten en een spies van soja
een sojaspies?
Antwoord 3
Er zijn geen specifieke regels zijn waar deze benamingen aan moeten voldoen. Dat betekent
dat ze getoetst moeten worden aan de artikelen 4, eerste lid, onder c, en 29 van het
Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen: algemene vereisten voor de benaming
van een levensmiddel en het algemene verbod om te misleiden. Of er sprake is van misleiding,
zal van geval tot geval beoordeeld moeten worden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat, hoewel het een groot compliment is voor kip om een sojaspies
een kipspies te noemen, het feitelijk een misleiding van de consument en onderwaardering
van plantaardige vleesvervangers is?
Antwoord 4
Zoals ik in de beantwoording van vraag 3 al heb aangegeven, dient van geval tot geval
beoordeeld te worden of er sprake is van misleiding. Daarbij spelen naast de benaming
ook andere factoren een rol, bijvoorbeeld de wijze van presentatie.
De beoordeling of er in een specifieke situatie sprake is van misleiding is voorbehouden
aan de NVWA.
Vraag 5
Kan of wil de NVWA, als overheidsdienst, niet verder ingrijpen dan enkel de opmerking
«het is niet netjes» en «de benaming moet worden aangepast»?
Antwoord 5
De mogelijkheden van de NVWA om op te treden tegen een overtreding van de Warenwet,
variëren tussen zware sancties (sluiten van een bedrijf), het opleggen van een boete,
en het geven van een waarschuwing. Welke sanctie wordt opgelegd is – afhankelijk van
de specifieke omstandigheden – aan de NVWA. De NVWA heeft in dit geval de Vegetarische
Slager schriftelijk gevraagd de benamingen aan te passen. In reactie daarop heeft
de Vegetarische Slager per brief laten weten de etikettering aan te passen om nog
duidelijker te maken dat het product geen vlees bevat.
Vraag 6
Is het waar dat de NWA wel claims en etiketten beoordeelt? Onder welke categorie claims
zou de kipspies van soja kunnen vallen? Op welke wijze vinden controle en handhaving
plaats ten aanzien van benamingen op etiketten?
Antwoord 6
De NVWA beoordeelt claims en etiketten. De benaming «kipspies van soja» is geen claim
zoals gedefinieerd in de Europese Verordening inzake voedings- en gezondheidsclaims
voor levensmiddelen (verordening (EG) 1924/2006).
Zie verder de beantwoording van de vragen 3 en 5 voor de controle en handhaving van
benamingen op etiketten.
Vraag 7
Deelt u de mening dat, gezien het feit dat de NVWA geen prioriteit legt bij het aanpakken
van misleidende zaken, de ondernemers dat zelf moeten oppakken en zo ja, op welke
wijze? Acht u hierbij een rol voor productschappen weggelegd? Deelt u de mening dat
zij op efficiënte en effectieve wijze de belangen van meerdere sectoren en ondernemers
kunnen behartigen?
Antwoord 7
Ik deel uw mening niet dat de NVWA geen prioriteit stelt bij het aanpakken van misleidende
zaken. Zie verder de beantwoording van vraag 2.
In geval van misleiding kunnen ondernemers elkaar altijd – indien nodig – voor de
civiele rechter dagen of een klacht indienen bij de NVWA. Ik heb geen oordeel over
het feit of hier een rol voor de productschappen is weggelegd. Het is aan de productschappen
zelf of zij het nodig achten het handelen van ondernemers voor wat betreft mogelijke
misleidende informatievoorziening over producten aan te pakken.