Vragen van de leden Dik-Faber en Schouten (beiden ChristenUnie) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat Slot Loevestein mogelijk wordt gesloten voor publiek in 2013 (ingezonden 25 september 2012).

Antwoord van staatssecretaris Zijlstra (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 23 oktober 2012)

Vraag 1

Kent u het bericht «Slot Loevestein van Bredaas koppel mogelijk dicht in 2013»?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Deelt u de mening dat Slot Loevestein een belangrijke regionale en landelijke uitstraling heeft, goede bezoekersaantallen heeft en een goede balans heeft tussen museale inkomsten en inkomsten uit cultureel ondernemerschap?

Antwoord 2

Ik deel uw mening dat Loevestein een regionale en landelijke uitstraling heeft en een aanzienlijk deel aan eigen inkomsten weet te generen.

Vraag 3

Hoe is de geplande bezuiniging op de subsidie aan Slot Loevestein te rijmen met uw uitspraken bij uw bezoek aan het slot in augustus 2011, waarbij u hebt gezegd dat u de werkwijze van een goede exploitatie en een levend cultureel erfgoed toejuicht, dat Loevestein niet met bezuinigingen te maken zou krijgen en u zich afvroeg hoe Slot Loevestein als voorbeeld gesteld kan worden voor andere culturele instellingen?2

Antwoord 3

De subsidie aan Loevestein is gebaseerd op mijn beleidsprioriteiten en het advies van de Raad voor Cultuur over de subsidieaanvraag van Slot Loevestein binnen het door mij gestelde financieel kader. Ik onderstreep dat Slot Loevestein zich voorbeeldig inzet op het terrein van cultureel ondernemerschap en dat ik daarvoor mijn waardering heb uitgesproken. Dat is echter geen reden om Slot Loevestein een uitzonderingspositie te geven in de beoordeling en toelating tot de culturele basisinfrastructuur 2013–2016.

Vraag 4

Waarom wordt cultureel ondernemerschap niet beloond, maar bestraft?

Antwoord 4

Ik bestrijd dat de lagere subsidie voor Slot Loevestein moet worden opgevat als een straf voor cultureel ondernemerschap. Cultureel ondernemerschap is slechts een van mijn prioriteiten die van belang waren bij de beoordeling van de subsidieaanvraag door de Raad voor Cultuur. Andere prioriteiten zijn kwaliteit, publieksbereik, educatie- en participatiebeleid en een aanbod of collectie van nationaal of internationaal belang.

Vraag 5

Acht u het wenselijk dat er wel overheidssubsidie naar beheer en behoud van de collectie gaat, maar dat de collectie en het monument niet meer voor publiek toegankelijk zullen zijn?

Antwoord 5

Ik volg het inhoudelijk advies van de Raad voor Cultuur en wil het behoud en beheer van de rijkscollectie zeker stellen door middel van subsidie. Vervolgens is het aan de directie van Slot Loevestein om te bepalen of en op welke wijze het monument en de collectie ook publiek toegankelijk kunnen blijven.

Vraag 6

Waarom zet u met een subsidiekorting de toegankelijkheid van Slot Loevestein onder druk, terwijl ook 8 miljoen euro geïnvesteerd wordt in een grootschalige verbouwing, waarvan 5 miljoen euro private investeringen betreft?

Antwoord 6

Het slot is eigendom van het Rijk en in beheer bij de Rijksgebouwendienst. Op basis daarvan zijn onderhouds-, veiligheid- en investeringsverplichtingen aangegaan die nu worden uitgevoerd. De subsidie aan Slot Loevestein voor het beheer en behoud van de rijkscollectie is verleend in het kader van nieuw beleid, de culturele basisinfrastructuur 2013–2016.

Vraag 7

Weegt u het criterium van regionale spreiding zwaar mee? Zo ja, op welke manier neemt u in het subsidiebesluit het feit dat Slot Loevestein het enige Rijksmuseum onder de grote rivieren is?

Antwoord 7

Nee, het criterium voor regionale spreiding woog niet mee bij de beoordeling van de subsidieaanvragen van de musea. Zoals omschreven staat in mijn brief Meer dan kwaliteit van 10 juni 2011 aan de Tweede Kamer: «Voor het erfgoed speelt de spreiding in kernpunten geen rol. Bij musea gaat het om eigendom van de collectie en de (inter)nationale betekenis ervan».


X Noot
2

«Geld aan Loevestein goed besteed», Brabants Dagblad ed. Bommelerwaard, 23 augustus 2011 en «Bezuinigen hoeft niet», AD Rivierenland, 23 augustus 2011

Naar boven