Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het verplaatsen van VPRO’s Tegenlicht vanwege de kijkcijfers (ingezonden 28 september 2012).

Antwoord van minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 23 oktober 2012).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het bericht «Tegenlicht bedreigd door kijkcijfernorm van 5 procent»?1

Antwoord 1

Ik heb het bericht gelezen en ter kennisgeving aangenomen.

Vraag 2, 3 en 4

Is het waar dat het programma Tegenlicht vóór eind oktober meer kijkers moet trekken om te  voorkomen dat het naar de late avond wordt verbannen (van 3,6% naar 5% marktaandeel)?

Hoe oordeelt u over het feit dat een zendercoördinator een zeer gewaardeerd en onderscheidend programma vanwege een vermeend gebrek aan kijkers naar de randen van de nacht kan verplaatsen? Waarom speelt het criterium kwaliteit geen grotere rol in de programmering?

Deelt u de mening dat de nadruk op kijkcijfers hiermee is doorgeslagen? Zo ja, bent u bereid voorstellen te doen om andere criteria (kwaliteit, bereik) zwaarder te laten wegen?

Antwoord 2, 3 en 4

Voor de beantwoording van uw vragen 2, 3 en 4 heb ik contact gezocht met de publieke omroep. De publieke omroep heeft mij laten weten dat zij nog in overleg is met de VPRO over het programma Tegenlicht. De conclusie dat Tegenlicht vóór eind oktober 5 % marktaandeel moet hebben, is dus te snel getrokken. Vanzelfsprekend spelen, naast kijkcijfers, juist ook de kwaliteit en het bereik van programma’s een grote rol in de programmering.

Vraag 5

Begrijpt u dat veel kijkers zich ergeren aan de macht van de zendercoördinator bij de programmering van de publieke omroep?  Deelt u de mening dat omroepen een zwaardere stem dienen te krijgen in de programmering?

Antwoord 5

De zendschema’s van de publieke omroep worden op een zorgvuldige manier opgebouwd, onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van de Nederlandse Publieke Omroep, en in samenspraak met de verschillende omroepen. Daarbij wordt niet alleen gelet op de kijkcijfers, maar ook op andere factoren, zoals kwaliteit, genre-verdeling en diversiteit, conform onder andere de afspraken die ik gemaakt heb met de publieke omroep in de Prestatieovereenkomst. Zoals ik u geschetst heb in mijn brief van 17 juni 20112, hecht ik aan deze gezamenlijke manier van werken.

Vraag 6

Erkent u dat een afzijdige reactie van uw kant («Hilversum beslist») nogal makkelijk zou zijn? Zo ja, bent u bereid een voorstel te doen om de kijkcijferterreur te verminderen? Zo nee, hoe gaat u zorgen dat er een eind komt aan maatregelen die het draagvlak voor de publieke omroep ondermijnen?

Antwoord 6

Ik herken in bovenstaande gang van zaken geen kijkcijferterreur of maatregelen die het draagvlak voor de publieke omroep ondermijnen.


X Noot
1

NRC Handelsblad, 26 september 2012

X Noot
2

Kamerstukken II, 2010–2011, 32 827, nr 1

Naar boven