Vragen van het lid Rog (CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over pestgedrag op basisscholen (ingezonden 28 september 2012).

Antwoord van minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 23 oktober 2012)

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel: «Ram op de beursgong bij pesten», waaruit blijkt dat elk kind op de basisschool weleens is gepest of heeft te maken met pestgedrag?1

Antwoord

Ja

Vraag 2

Bent u van mening dat er voldoende aandacht is bij lerarenopleidingen voor het herkennen van pestgedrag en het leren van manieren om een negatieve groepsdynamiek te veranderen? Wat kan hier nog verbeterd worden zonder te vervallen in het opstellen van meer procedures?

Antwoord

In de bekwaamheidseisen voor leraren zijn verschillende competenties opgenomen, waaronder de pedagogische competentie (zie artikelen 2.5 en 2.14 van het Besluit Bekwaamheidseisen onderwijspersoneel). Omgaan met pestgedrag maakt daar onderdeel van uit. De lerarenopleidingen leiden op tot deze bekwaamheidseisen. Dit wordt bij de accreditatie gecontroleerd door de NVAO. Om nadere invulling te geven aan de kenniscomponent binnen de opleiding, hebben de pabo’s en tweedegraads lerarenopleidingen kennisbases ontwikkeld. In dat kader zijn generieke kennisbases ontwikkeld, waarin ook kennis op het gebied van pesten en groepsdynamica aan de orde komt. Ik ga er dan ook van uit dat lerarenopleidingen voldoende aandacht besteden aan het herkennen van pestgedrag en het leren veranderen van een negatieve groepsdynamiek.

Vraag 3

Deelt u de mening dat op scholen meer aandacht moet zijn voor het respectvol met elkaar leren omgaan door leerlingen? Bent u van mening dat dit onderdeel van burgerschapsvorming zou moeten zijn? Wilt u bij uw beantwoording aandacht besteden aan het advies van de Onderwijsraad over de problemen die scholen hebben met de invulling van het kerndoel burgerschapsvorming?

Antwoord

Ik deel uw mening dat leerlingen op een school respectvol met elkaar om moeten gaan. Dit is een belangrijke opdracht voor de scholen bij de uitwerking van burgerschapsvorming. Zoals ik uw Kamer heb gemeld zal ik de beleidsreactie op het advies van de Onderwijsraad overlaten aan het volgende Kabinet. (TK 33 000 VIII, nr.227 d.d. 28-08-2012)

Vraag 4

Bent u bekend met de Vreedzame School, een initiatief waarbij leerlingen zelf verantwoordelijk worden gehouden voor de sfeer op school? Deelt u de mening dat het initiatief van de Vreedzame School meer navolging zou moeten vinden? Hoe zou dit bewerkstelligd kunnen worden?

Antwoord

Ja, ik ben bekend met het programma van de Vreedzame School. Ik ben blij dat er dergelijke programma’s voor sociale competenties ontwikkeld worden voor het onderwijs. Ik vind het belangrijk om diverse programma’s aan te bieden die de sfeer op school kunnen verbeteren. Scholen kunnen deze programma’s vinden op de website van het Centrum voor School en Veiligheid (www.schoolenveiligheid.nl). De verantwoordelijkheid voor het creëren van een veilige en sociaal competente school ligt bij het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling. Bij het uitvoeren van die verantwoordelijkheid kunnen zij kiezen uit de aangeboden programma’s die dat ondersteunen.


X Noot
1

De Telegraaf, 26 september 2012

Naar boven