Vragen van de leden Van Klaveren, De Roon en Wilders (allen PVV) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Buitenlandse Zaken over de islamitische inmenging van Koeweit in Nederland (ingezonden 13 augustus 2013).

Antwoord van minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 13 september 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Koeweit runt zendelingen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de visie dat het onbestaanbaar is dat het ministerie van Islamitische Zaken van Koeweit moskeeën in Nederland aanstuurt? Zo neen, waarom vindt u deze buitenlands islamitische inmenging in orde?

Antwoord 2

Ik vind het onacceptabel wanneer nieuwe of gevestigde Nederlanders onder druk worden gezet door buitenlandse overheden of organisaties en daarmee in hun vrijheden worden beknot. Voor buitenlandse mogendheden is het mogelijk om op basis van vrijwilligheid contact te onderhouden met Nederlandse ingezetenen, zolang dit de integratie in de Nederlandse samenleving niet belemmert. Ook is het toegestaan om gebruik te maken van buitenlandse financiering om gebedshuizen te stichten. Echter, wanneer kernwaarden van de Nederlandse democratische rechtsstaat in het geding zijn, heeft de overheid een verantwoordelijkheid om in te grijpen ter bescherming van deze kernwaarden. Ik heb vooralsnog geen reden om aan te nemen dat sprake is van activiteiten waarbij de Nederlandse rechtsstaat in het geding is. Ik roep het bestuur van de Blauwe Moskee evenwel op openheid te verschaffen over personele unies in de verschillende besturen en de wijze waarop wordt omgegaan met missionaire doelstellingen van Koeweitse bestuursleden van stichting «Europe Trust Nederland» (ETN).

Vraag 3

In hoeverre kunt u aangeven of de overheid van Koeweit direct of indirect nog meer moskeeën en/of bestuurders in Nederland bekostigt?

Antwoord 3

Ik beschik niet over informatie over de bekostiging door Koeweit van moskeeën en/of de bestuurders.

Uit navraag bij het bestuur van de Blauwe Moskee, de Gemeente Amsterdam en binnen het rijk is mij gebleken dat het Ministerie van religieuze zaken van Koeweit de bouw van de Blauwe Moskee heeft gefinancierd via de in Rotterdam gevestigde stichting ETN. Eerder is hiervoor een vanuit Qatar afkomstig bedrag van € 400.000 door het toenmalige bestuur van de moskee overgemaakt aan woningcorporatie de Alliantie als aanbetaling. Stichting ETN beheert het gebouw waar de Blauwe Moskee gevestigd is. Uit gegevens van het KvK register blijkt dat dhr. Dr. Mutlaq Alqarawi per 21 mei 2013 als voorzitter is aangetreden van stichting ETN.

De Blauwe Moskee als gebruiker van het pand is een stichting in oprichting en heeft een eigen bestuur. Het bestuur van de Blauwe Moskee i.o. heeft ons medegedeeld dat er geen vertegenwoordigers met de Koeweitse nationaliteit zitting hebben in het bestuur. Dhr. El Forkani – zowel voorzitter van Stichting de Blauwe Moskee i.o. als secretaris van het bestuur van stichting ETN – heeft in een verklaring dd. 14 augustus 2013 via het Contactorgaan Moslims Overheid waar hij woordvoerder van is, laten weten dat de bestuursleden van stichting ETN geen vergoeding ontvangen; ook niet vanuit het Ministerie van Religieuze Zaken in Koeweit. Zoals ik bij vraag 2 al aangaf, hecht ik aan openheid over financieringsstromen.

Na verificatie van informatie binnen het rijk is gebleken dat dhr. Alqarawi toen hij als voorzitter aantrad van de stichting ETN, in dienst was bij het Ministerie van Religieuze Zaken van Koeweit als «Assistant Undersecretary for Foreign Relations». Hij is evenwel op 17 juli 2013 met pensioen gegaan. Hiermee is formeel geen direct verband meer tussen de Koeweitse overheid in de persoon van Alqarawi en het bestuur van stichting ETN.

Financiering vanuit het buitenland kan altijd met beïnvloeding gepaard gaan. De gevolgen voor integratie in de Nederlandse samenleving zijn niet altijd eenduidig vast te stellen.2 Wanneer donaties vanuit het buitenland worden gedaan om gebedshuizen te realiseren, kan ik niet uitsluiten dat indirect invloed uitgeoefend wordt op het reilen en zeilen van het betreffende gebedshuis. In het geval van de Blauwe Moskee is het geld vanuit Koeweit via het «Secretariat of the Endowments» en het Ministerie van Religieuze Zaken overgemaakt. Het geld van de Endowments wordt weliswaar beheerd door de Koeweitse overheid, maar betreft geld dat wordt ingebracht door Koeweitse burgers, vooral in het kader van liefdadigheid/aalmoezen («zakat»).

Vraag 4

Deelt u de mening dat Organization of Islamic Conference (OIC)-landen als Koeweit – die alle mensenrechten ondergeschikt achten aan de sharia – hun verwerpelijke islamitische ideologie niet in Nederland dienen te verspreiden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Vanwege het beginsel van scheiding van kerk en staat, alsmede de vrijheid van godsdienst, is overheidsinmenging in kerkgenootschappen niet altijd mogelijk. De overheid kan in beginsel geen maatregelen nemen ten aanzien van de samenstelling van een moskeebestuur en de financiering van een moskee, ook niet als deze (gedeeltelijk) vanuit het buitenland plaatsvindt.

Als er aanwijzingen zijn dat (buitenlandse) financiering van een moskee een mogelijke dreiging voor de nationale veiligheid oplevert, dan kan de AIVD onderzoek verrichten. Zo’n onderzoek kan uiteindelijk leiden tot vervolging door het Openbaar Ministerie. Zie verder mijn eerdere antwoorden op de vragen van het lid Van Klaveren, ingezonden op 28 mei 2013 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr.2601).

Vraag 5

Bent u bereid de Blauwe Moskee zo spoedig mogelijk te sluiten en de ambassadeur van Koeweit uit te wijzen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5

Nee. Sluiting van een instelling is mogelijk als dit voor de openbare orde noodzakelijk is, onder de voorwaarden gesteld in artikel 2:20, eerste lid BW. Het sluiten van een gebouw als zodanig is mogelijk als er sprake is van niet-naleving van brand- en veiligheidsvoorschriften of van drugshandel. Ook uitwijzing van de Ambassadeur van Koeweit is niet aan de orde.


X Noot
1

Parool, 10 augustus 2013

X Noot
2

Brief van de Minister van BZK dd. 16 maart 2009 inzake risico’s van buitenlandse financieringen van en invloeden op in Nederland gevestigde moskeeën (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 29 754, nr. 145).

Naar boven