Vragen van de leden Yücel, Van Dekken en Servaes (allen PvdA) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Buitenlandse zaken over berichten inzake de verslechterende mensenrechtensituatie in Rusland in aanloop naar de Olympische Spelen van 2014 (ingezonden 16 augustus 2013).

Antwoord van minister Timmermans (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 16 september 2013).

Vraag 1 en 2

Hoe interpreteert u de berichten over de verslechterende mensenrechtensituatie in Rusland in aanloop naar de Olympische Spelen van 2014?1 2 3

Deelt u de grote zorgen over de toenemende mate waarin in Rusland de rechten van LHBT’s4 en van mensen die voor hun rechten opkomen en die vrij hun mening willen uiten, worden geschonden? Kunt u dit toelichten?

Antwoord 1 en 2

De ontwikkeling van de mensenrechtensituatie in Rusland baart het kabinet zorgen. Deze negatieve ontwikkeling is al enige tijd gaande. Op velerlei terrein (behandeling van NGO’s, Pussy Riot, arrestatie van politieke demonstranten etc.) wordt de vrijheid van Russische burgers om maatschappelijk actief te zijn, en voor hun opvattingen en seksuele geaardheid uit te komen, geleidelijk verder ingeperkt. De aanvaarding van de wetgeving betreffende een verbod op «propaganda onder minderjarigen voor niet-traditionele seksuele relaties» (de zogenoemde «anti-homopropagandawet») is de recentste stap in dat proces.

Vraag 3

Welke rol ziet u voor uzelf weggelegd en welke concrete stappen bent u bereid te zetten, om ervoor zorg te dragen dat in breed Europees verband de schending van elementaire mensenrechten in Rusland, zoals onder andere de Russische LHBT-gemeenschap nu in steeds heviger mate ondervindt, structureel aan de kaak worden gesteld?

Antwoord 3

Nederland zal waar mogelijk zorgen kenbaar maken aan de Russische autoriteiten. Het is staand beleid dat Nederland, zowel in bilateraal- als multilateraal verband, autoriteiten van andere landen aanspreekt m.b.t. LHBT-kwesties. De mensenrechtensituatie wordt, juist ook in dit Nederland-Ruslandjaar, voortdurend aan de orde gesteld.

De door de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) vastgestelde richtsnoeren voor gelijke rechten voor LHBT-personen («guidelines to promote and protect the enjoyment of all human rights by LGBTI persons») vormen het raamwerk voor de inzet van EU-delegaties en ambassades van de EU-lidstaten. De Hoge Vertegenwoordiger van de EU, mevrouw Ashton, heeft mede op verzoek van Nederland eerder dit jaar een verklaring afgegeven inzake de anti-homopropagandawet. De RBZ spreekt regelmatig over de ontwikkelingen in Rusland. Het kabinet zal in de RBZ in het najaar, die de voorbereiding van de halfjaarlijkse EU-Rusland Top ter hand zal nemen, de mensenrechtensituatie in Rusland in brede zin aan de orde stellen en bevorderen dat over de anti-homopropagandawet een gezamenlijk EU-standpunt zal worden ingenomen.

Vraag 4

Deelt u de mening dat een persoonlijke uiting van iemands geaardheid of welke andere persoonlijke eigenschap dan ook, op geen enkele manier een politiek statement is en dat een dergelijke uiting niet in strijd is met het Olympic Charter, omdat het charter stelt dat discriminatie naar seksuele geaardheid op geen enkele wijze getolereerd zal worden? Kunt u dit toelichten?

Antwoord 4

Een persoonlijke uiting van iemands geaardheid, of welke andere persoonlijke eigenschap dan ook, is geen politiek statement, tenzij de persoon zelf expliciet aangeeft dat het dat wel is. Een persoonlijke uiting van iemands geaardheid is dan ook niet in strijd met het Olympisch Handvest. Wanneer de bedoelde uiting een proactieve protestactie of demonstratie is, kan het Internationaal Olympisch Comité bekijken in hoeverre er sprake is van een overtreding van de regel uit het Handvest die proactieve protestacties of demonstraties verbiedt.

Naar boven