Vragen van het lid Keijzer (CDA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over de uitleg hervorming Langdurige Zorg (ingezonden 20 augustus 2013).
Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
16 september 2013).
Vraag 1
Bent u bekend met het door uzelf ingesproken filmpje op de site van uw ministerie
«Uitleg hervorming Langdurige Zorg via explanimation»?
Antwoord 1
Ja, het door mijzelf ingesproken filmpje is mij bekend.
De zogenoemde explanimation is bedoeld om de hoofdlijnen van de voorgenomen hervorming
van de langdurige zorg op toegankelijke wijze uit te leggen. Dat de animatie voorziet
in een behoefte blijkt niet alleen uit het aantal kijkers, maar ook uit het gebruik
door bijvoorbeeld zorginstellingen om voorlichting aan medewerkers te geven.
Vraag 2
Realiseert u zich dat u in dat filmpje de zogenaamde kern-AWBZ beperkt tot mensen
die heel veel zorg nodig hebben; bijvoorbeeld «zwaar demente ouderen of mensen met
een ernstige handicap»?
Antwoord 2
In de animatie zeg ik letterlijk: «Mensen die heel veel zorg nodig hebben, zoals zwaar
demente ouderen of mensen met een ernstige handicap, kunnen blijven rekenen op goede
zorg met recht op een plek in een zorginstelling.» De beide groepen zijn daarbij genoemd
als voorbeelden, zonder daarmee te suggereren dat zij de enigen zijn die in de toekomst
in aanmerking komen voor langdurige zorg. Het is mogelijk dat ook bepaalde andere
cliënten op zorg uit de zogenaamde kern-AWBZ zijn aangewezen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat zwaar demente ouderen die in een verpleeghuis willen wonen een
ZZP5 of ZZP7 (ZZP: zorgzwaartepakket) indicatie hebben?
Antwoord 3
Het klopt dat het merendeel van mensen met zware dementie in ZZP VV 5 valt. Sommigen
hebben ZZP VV 7 of een andere ZZP VV klasse.
Vraag 4
Klopt ook nog steeds wat u in uw Hoofdlijnenbrief Hervorming Langdurige Zorg schrijft,
nl. dat de huidige ZZP4 V&V- geïndiceerden (V&V: Verpleging & Verzorging) voor 50%
thuis moeten blijven wonen?
Antwoord 4
In de hoofdlijnenbrief heb ik aangegeven dat langer thuis wonen niet voor iedereen
met een zorgzwaartepakket 3 en 4 mogelijk is. In vergelijking met de afspraken uit
het Regeerakkoord maakt de regering het mogelijk dat meer mensen vanaf 2015 in een
instelling kunnen verblijven. In de bijlage bij de hoofdlijnenbrief is als berekening
opgenomen dat circa 50% van de mensen met ZZP VV 4 thuis kan blijven wonen. Dat percentage
is ongewijzigd.
Bij ZZP VV 4 kan het bijvoorbeeld gaan om mensen met een matig dementieel syndroom.
Deze cliëntengroep verblijft nu deels in het verpleeghuis, maar soms ook in het verzorgingshuis
of in een andere situatie. Het is mijn bedoeling dat bij de nadere uitwerking van
het langer thuis wonen niet wordt gekeken naar ZZP-klassen, maar naar de achterliggende
zorgbehoeften en de mogelijkheden van deze individuele cliënten om al dan niet met
ondersteuning vanuit de omgeving thuis te blijven wonen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat uw «explanimation» in strijd is met uw Hoofdlijnenbrief?
Antwoord 5
Die mening deel ik niet. De zogenaamde kern-AWBZ kan ook openstaan voor andere cliënten
dan die door mij als voorbeeld zijn genoemd in de explanimation. Er hebben mij ook
geen signalen bereikt dat de boodschap in de animatie onvolledig of verwarrend is
en daarom aanpassing behoeft.
Vraag 6
Bent u bereid de uitgesproken tekst behorende bij de «explanimation» aan te passen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik zie daartoe geen aanleiding. Zie mijn antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Indien u niet bereid bent de uitgesproken tekst in overeenstemming te brengen met
uw Hoofdlijnenbrief, welk deel van uw beleid klopt dan; de Hoofdlijnenbrief of de
«explanimation»?
Antwoord 7
Ik zie geen tegenstelling tussen de hoofdlijnenbrief van 25 april 2013 en tekst van
de explanimation. Zie mijn antwoord op vraag 5.
Vraag 8
Bent u bereid, nu u blijkbaar in de «explanimation» duidelijkheid kunt verschaffen
over welke cliënten nog wel en welke niet in aanmerking komen voor een intramurale
indicatie voor de ZZP V&V, daar waar het demente ouderen betreft, hetzelfde te doen
voor de gehandicaptenzorg en de GGZ voordat de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning
en/of de nieuwe AWBZ naar de Kamer komt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
In aanvulling op mijn antwoord op vraag 5 kan ik u melden dat ik verwacht dit najaar
de voorstellen van wet voor de herziene Wmo en de zogenaamde kern-AWBZ aan uw Kamer
te kunnen aanbieden. Beide wetsvoorstellen zullen blijk geven van de verdere uitwerking
van de hervorming van de langdurige zorg en ondersteuning. Daarin zal dan ook meer
duidelijkheid ontstaan over de precieze criteria om in aanmerking te komen voor langdurige
zorg met bijbehorende verblijf.