Vragen van de leden Hamer en Otwin vanDijk (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over nulurencontracten in de zorg (ingezonden 27 juni 2013).

Antwoord van minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 9 september 2013).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het bericht dat de zorg vasthoudt aan nulurencontracten?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u op de hoogte van het feit dat er volgens de FNV en CNV talloze variaties op het nulurencontract ontstaan zoals jaarcontracten voor 25 uur en contracten voor 2 of 3 uur per maand? Heeft u via andere kanalen ook dit soort signalen ontvangen?

Antwoord 2

Ja, ik heb kennis genomen van de uitlatingen van FNV en CNV dat er talloze variaties op het nulurencontract ontstaan. Via andere kanalen heb ik dit soort signalen niet ontvangen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat dit soort kleine contracten alsnog veel arbeidsonzekerheid meebrengt voor werknemers in de zorg en dat dit niet wenselijk is? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 3

Het belang van het onderwerp wordt onder meer onderstreept doordat dit voorjaar in het sociaal akkoord uitgebreid aandacht is besteed aan de noodzaak om te zoeken naar een nieuwe balans tussen flexibiliteit en zekerheid.

Vraag 4

Vindt u dat werknemers in de zorg contracten behoren te krijgen voor het gemiddelde aantal uren dat iemand in drie maanden werkt, tenzij daar op individuele basis met de werknemer andere afspraken over gemaakt worden? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 4

Ik ben met werkgevers- en werknemersorganisaties op centraal niveau in gesprek over de wijze waarop aan de afspraak uit het Sociaal Akkoord invulling kan worden gegeven.

Vraag 5

Deelt u de mening dat de werkgevers zich moeten inzetten om de afspraken uit het gesloten zorgakkoord na te leven en dat allerlei variaties op het nulurencontracten de arbeidszekerheid van mensen ondermijnen en indruisen tegen de afspraken uit het zorgakkoord? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 5

In het Zorgakkoord, zoals dat door het kabinet met werkgevers en werknemers op 24 april jl. is gesloten, is opgenomen dat binnen de zorg sprake is van een toename van het aantal flexwerkers en dat de inzet van het Sociaal Akkoord door partijen in de zorg wordt onderschreven en leidraad zal zijn voor het optreden van partijen.

Vraag 6

Wat gaat u eraan doen om de betrokken partijen aan de afspraken in het zorgakkoord te houden? Welke rol ziet u daar voor uzelf weggelegd?

Antwoord 6

Ik ga er van uit dat partijen zich aan de afspraken uit het zorgakkoord houden.

Vraag 7

Bent u bereid in gesprek te gaan met de werkgevers over de uitwerking van de afspraak uit het zorgakkoord dat er geen nulurencontracten meer afgesloten mogen worden in de zorg en om de arbeids- en rechtspositie van werknemers in de zorg te versterken? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 7

Zoals ik bij vraag vier reeds heb aangegeven ben ik met werkgevers- en werknemersorganisaties op centraal niveau in gesprek over de wijze waarop aan de afspraak uit het Sociaal Akkoord invulling kan worden gegeven.


X Noot
1

«Zorg houdt vast aan nulurencontracten,» de Volkskrant 26 juni 2013

Naar boven