Vragen van het lid Bosman (VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «minister wil maatregelen tegen sensatiejournalistiek» (ingezonden 27 augustus 2013).

Antwoord van minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 9 september 2013)

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het artikel «Minister wil maatregelen tegen sensatiejournalistiek»?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2, 3, 4, 5 en 6

In hoeverre klopt het dat de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van Sint Maarten de persvrijheid wil inperken door het invoeren van een gefaseerd media-accreditatiebeleid?

Klopt het dat een journalist die zich niet aan deze code zal houden, geen accreditatie krijgt en dus beperkt wordt in zijn werk?

In hoeverre past het voorstel van de minister van Sint Maarten binnen artikel 10 lid 1 van de staatsregeling over de vrijheid van meningsuiting?2

Deelt u de opvatting dat het inperken van journalistieke vrijheden in strijd is met deze staatsregeling en een ernstige aantasting van de democratie is? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid in contact te treden met de regering van Sint Maarten om haar te wijzen op het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting en het belang daarvan in een democratie?

Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3, 4, 5 en 6

De persvrijheid is een zeer hoog goed. Iedere inperking van journalistieke vrijheden is daarom aan regels gebonden, niet alleen aan de Staatsregeling, maar ook aan verdragsbepalingen. De naleving van grondrechten is een landsaangelegenheid. De regering van Sint Maarten legt daarover aan de Staten van Sint Maarten verantwoording af.

Naar boven