Vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over ondeugdelijke politiecellen (ingezonden 10 augustus 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel (ontvangen 18 oktober 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3372.

Vraag 1

Kent u de berichten en het rapport van de Raad van Europa, waaruit blijkt dat niet alle Nederlandse politiecellen voldoen aan de daaraan gestelde criteria?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Waarom voldoet een recent opgeleverd arrestantencomplex in Apeldoorn niet aan de gestelde Europese normen, zoals het daglicht in een politiecel?

Antwoord 2

De politiecellen in Apeldoorn zijn volgens de richtlijnen gebouwd. De richtlijn verplicht dat arrestanten de dag- en nachtcyclus moeten kunnen waarnemen.

In het dak van het politiecellencomplex zijn glasopeningen aanwezig waardoor licht kan toetreden tot de cellengang. Boven de celdeuren zijn lichtopeningen van melkglas aangebracht, een verandering van nacht / dag is goed waarneembaar.

Vraag 3

Hoe is gewaarborgd dat dit soort Europese normen voor justitiële complexen vanaf het begin worden nageleefd? Deelt u de mening dat de gang van zaken rond het Apeldoornse arrestantencomplex aantoont dat de huidige waarborgen tekortschieten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen neemt u zich voor om naleving van de normen te verzekeren?

Antwoord 3

Bij de bouw van justitiële gebouwen worden de voorschriften uit Europese en Nederlandse regelgeving standaard meegenomen. Daarnaast is in elke regio een Commissie van Toezicht Politiecellen ingesteld, conform het Besluit beheer regionale politiekorpsen.

Bovendien is in het kader van het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing van de Verenigde Naties de Inspectie Veiligheid en Justitie aangewezen als coördinerend nationaal toezichthouder.

Vraag 4

Vindt u ook niet dat kinderen überhaupt niet in vreemdelingendetentie thuishoren, zelfs niet als ultimum remedium? Vindt u, net als de Raad van Europa, het niet wat overdreven om vreemdelingen standaard te boeien als ze het detentiecentrum verlaten? Bent u bereid ogenblikkelijk de aanbevelingen van de Raad van Europa voor de behandeling van opgepakte immigranten in vreemdelingendetentie door te voeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Kinderen horen in beginsel niet in vreemdelingenbewaring thuis. Het is om die reden dat de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel de vreemdelingenbewaring voor kinderen in het afgelopen jaar aanmerkelijk heeft beperkt. Alleen wanneer er zwaarwegende belangen zijn om de beschikbaarheid van de alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) zeker te stellen kunnen amv’s in bewaring worden gesteld. Omdat bewaring zeer ingrijpend is, wordt een amv niet in een vreemdelingenbewaringlocatie geplaatst, maar in een justitiële jeugdinrichting.

Ook voor gezinnen met minderjarige kinderen is de mogelijkheid om tot inbewaringstelling over te gaan eerder aanzienlijk beperkt. Gezinnen met minderjarige kinderen kunnen maximaal 2 weken voordat zij vertrekken in vreemdelingenbewaring worden geplaatst. Meestal komt het erop neer dat ze er niet langer dan een week verblijven. In het centrum zijn speciale faciliteiten en verblijven de gezinnen gescheiden van andere mensen in vreemdelingenbewaring.

Ten aanzien van vreemdelingen heb ik – mede naar aanleiding van inspectieaanbevelingen – bezien of het mogelijk is om vervoer plaats te laten vinden zonder het standaard toepassen van vrijheidsbeperkende middelen. Deze verkenning heeft geresulteerd in een gewijzigde instructie, met het niet boeien tenzij principe als uitgangspunt.


X Noot
1

«Europa vindt Nederlandse politiecellen niet in orde», Elsevier 9 augustus 2012, «Kritiek op Nederlandse politiecellen», www.nu.nl 9 augustus 2012, «Report to the Government of the Netherlands on the visit carried out by the European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman of Degrading Treatment or Punishment», Raad van Europa 9 augustus 2012.

Naar boven