Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over de toepassing van een zelfbedachte behandelmethode (ingezonden 19 augustus
2013).
Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
29 augustus 2013).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Experiment met fatale afloop?1
Vraag 2
Klopt het dat de zorginstelling van zorgaanbieder Novo in Onnen experimenteerde met
een zelfbedachte behandelmethode?
Antwoord 2
Met betrekking tot het beantwoorden van deze vraag is het van belang onderscheid te
maken tussen een methode en een werkwijze. Bij NOVO is een bestaande methode, die
gebaseerd is op cognitieve gedragstherapeutische uitgangspunten, op eigen wijze vertaald
in een werkwijze. Deze werkwijze en de uitvoering ervan was zeer beheersmatig.
Vraag 3
Is het in Nederland toegestaan te experimenteren met een behandelmethode? Zo ja, onder
welke voorwaarden, en met welk toezicht? Voldeed de zorginstelling van Novo in Onnen
aan deze voorwaarden, en was het toezicht hierop adequaat? Zo nee, verbindt u hier
consequenties aan? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ja. De Kwaliteitswet is ook op experimentele behandelingen van toepassing. Dit betekent
dat het bestuur van een zorginstelling verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de
geleverde zorg. De IGZ ziet hier op toe.
Er is voorts, anders dan bij medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen het geval
is, geen aparte wettelijke regeling voor het ontwikkelen of introduceren van nieuwe
behandelmethoden. Veel zorginstellingen hebben echter een ethische commissie die bij
de inzet van nieuwe behandelmethoden of nieuwe werkwijzen de ethische grenzen toetst
en bewaakt.
Vraag 4
Wat zijn de regels wanneer een zorginstelling een locatie overneemt met een indicatie,
zoals een BOPZ-indicatie, die de instelling zelf niet heeft? Heeft de zorginstelling
van Novo in Onnen zich gehouden aan deze regels? Zo nee, verbindt u hieraan consequenties?
Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
In de Wet Bopz staan twee begrippen centraal: de Bopz-indicatie en de Bopz-aanmerking;
de Bopz-indicatie betreft de cliënt, de Bopz-aanmerking de zorglocatie. Alleen cliënten
met een Bopz-indicatie die zijn opgenomen in een zogenoemde Bopz-aangemerkte locatie
mogen, mits aan een aantal zorgvuldigheidseisen is voldaan, in hun vrijheid worden
beperkt.
De procedure rond het aanmerken van een locatie is als volgt. Een instelling die cliënten
met een Bopz-indicatie wil opnemen dient een verzoek voor een Bopz-aanmerking bij
VWS in. De wet Bopz schrijft namelijk voor dat de aanmerkingen per locatie moeten
worden afgegeven.
Vervolgens vraagt VWS advies aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De inspectie
toetst of de desbetreffende locatie voldoende is toegerust om op een verantwoorde
en veilige manier cliënten met een Bopz-indicatie op te nemen en te begeleiden. Zo
toetst de inspectie of er een Bopz-arts aanwezig is, of kwantiteit en kwaliteit van
het personeel is afgestemd op de op te nemen doelgroep en of het beleid rond het omgaan
met vrijheidsbeperkingen in een visie schriftelijk is vastgelegd en of dat ook bekend
is bij de medewerkers. Op basis van het advies van de inspectie wordt er door mij
of de minister al dan niet een Bopz-aanmerking afgegeven.
Een Bopz-aanmerking is dus niet alleen aan een locatie (adres) gebonden, maar ook
aan de organsatie c.q. de beherende stichting. Als een organisatie een Bopz-locatie
afstoot, dan vervalt daarmee dus ook de aanmerking. De organisatie die de locatie
overneemt, dient dan ook, als deze tenminste Bopz-geïndiceerde cliënten wil opnemen,
een verzoek voor een Bopz-aanmerking bij VWS in te dienen.
In de onderhavige casus heeft «De Zijlen» haar bewoners uitgeplaatst naar andere locaties
van de Zijlen en de locatie Onnen overgedragen aan NOVO. NOVO is daar met een nieuwe
groep cliënten gestart. NOVO heeft voor de desbetreffende locatie geen Bopz-aanmerking
aangevraagd. NOVO had ook geen cliënten met een Bopz-indicatie in zorg. De locatie
in Onnen is inmiddels gesloten.
X Noot
1Volkskrant, 17 augustus 2013, «Experiment met fatale afloop».