Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Veiligheid en Justitie over het dumpen van hondjes (ingezonden 23 juli 2013).

Antwoord van staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken), mede namens de minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 27 augustus 2013)

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat er in Voorburg zes pups bijna verdronken zijn, doordat een man een mand met pups boven het water omkieperde en daarna wegliep?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Deelt u de mening dat het hier gaat om het dumpen van pups en dat het slecht had kunnen aflopen met de pups, zoals in Terschuur gebeurd is?2 Zo neen, hoe ziet u het dan?

Wat vindt u ervan dat de man de pups heeft terug gekregen, nadat hij verklaarde de pups niet te willen laten verdrinken maar te laten zwemmen, terwijl een getuige hem bewust heeft zien weglopen na het dumpen van de pups in het water?

Kent u ook het geval waarbij een nog zogende moederhond is achtergelaten bij een supermarkt en de eigenaar van deze hond de pups mocht houden?3

Antwoord 2, 3 en 4

Aangezien het Openbaar Ministerie nog in afwachting is van het proces-verbaal en de zaken beoordeeld dienen te worden, kan ik op dit moment geen verdere mededelingen doen.

Vraag 5

Deelt u de mening dat wanneer een persoon bewust dieren dumpt, diegene deze of andere dieren niet meer zou mogen houden? Zo ja, wat gaat u doen om situaties als bovenstaande te voorkomen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5

Ten algemene, wordt het zich ontdoen van een dier (dumpen) in het concept-Besluit houders van dieren expliciet aangemerkt als dierenmishandeling. Ik beoog hiermee het aantonen van overtreding van het verbod op dierenmishandeling te vereenvoudigen. Indien de rechter van oordeel is dat sprake is geweest van dierenmishandeling dan kan een houdverbod van maximaal 10 jaar als voorwaarde bij een voorwaardelijke straf worden opgelegd. Het is aan de rechter om de straf te bepalen.

Naar boven