Vragen van het lid Helder (PVV) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht «Ruim 200 gram hasj in cel drugsveroordeelde» (ingezonden 26 september 2012).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 17 oktober 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «Ruim 200 gram hasj in cel drugsveroordeelde»?1

Vraag 2

Klopt dit bericht? Deelt u de mening dat deze crimineel, gezien het feit waarvoor hij in binnen en buitenland is veroordeeld, zeker extra gecontroleerd had moeten worden op drugs? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is dat niet gebeurd?

Vraag 3

Hoe is het mogelijk dat ruim 200 gram hasj en zes bolletjes wiet de gevangenis in gesmokkeld kon worden? Waarom zijn deze drugs niet opgevangen tijdens een controle?

Vraag 4

Wordt de urine van gedetineerden in gevangenissen op drugs gecontroleerd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Hoe kan het dat gevangenispersoneel niets opgemerkt of geroken heeft?

Vraag 6

Bent u bereid een onderzoek in te stellen en maatregelen te treffen indien gevangenispersoneel bij deze zaak betrokken blijkt te zijn?

Vraag 7

Is de gevangene in zijn cel aangehouden voor drugsgebruik dan wel drugssmokkel?

Vraag 8

Bent u bereid voor eens en altijd een einde te maken aan drugs in gevangenissen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat hij hieraan doen en per wanneer?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht «Ruim 200 gram hasj in cel drugsveroordeelde» (2012Z16251 ingezonden 26 september 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven