Vragen van de leden Wilders en De Roon (beiden PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken n.a.v. «besmet verklaren» van bezoek aan Australië (ingezonden 7 augustus 2013).

Antwoord van minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 23 augustus 2013)

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van de email d.d. 6 februari 2013 van de Nederlandse ambassadeur in Australië aan het diplomatiek personeel, inzake het bezoek van eerste vragensteller aan dat land1?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Vindt u het ook een schande, dat de ambassadeur het diplomatiek personeel verbiedt om bijeenkomsten van eerste vragensteller bij te wonen? Hoe verhoudt zich dit naar uw oordeel met de vrije toegang van bedoelde personen tot informatie en de vrije meningsuiting?

Antwoord 2

Vanwege het onafhankelijke karakter van dit bezoek, waarbij de ambassade geen rol heeft gespeeld in de organisatie, en om niet de indruk te wekken dat het hier om een officieel bezoek van een parlementaire delegatie gaat, heeft de ambassadeur in Australië de honoraire consuls verzocht niet deel te nemen aan genoemde bijeenkomsten. De mail van de ambassadeur was er op gericht om de honoraire consuls, die zich voornamelijk richten op het assisteren van de ambassade op consulair en economisch gebied en dus geen professionele diplomaten zijn, te vrijwaren van politieke en veiligheidskwesties die gecompliceerd kunnen worden. Er was geen sprake van een verbod om als privépersoon of geïnteresseerde burger aanwezig te zijn, maar om het feit dat ze niet als officiële vertegenwoordiger van Nederland zouden deelnemen.

Vraag 3

Vindt u het verantwoord dat aan eerste vragensteller geen consulaire bijstand mocht worden verleend dan na toestemming van de ambassadeur? Waarom werd eerste vragensteller de toegang tot onmiddellijke consulaire bijstand belemmerd, terwijl iedere Nederlander daar recht op heeft?

Antwoord 3

Elke Nederlander heeft recht op consulaire bijstand en eerste vraagsteller is daar géén uitzondering op. Vanwege de hoge categorie van beveiliging van eerste vragensteller en zijn positie als gekozen volksvertegenwoordiger is er voor gekozen de ambassade direct bij eventuele consulaire aangelegenheden te betrekken. De ambassade heeft de heer Wilders aan de vooravond van zijn bezoek per mail benaderd en contactgegevens gezonden, inclusief mobiele telefoonnummers, voor het geval hij behoefte had aan ondersteuning. Daarop is niet gereageerd. De ambassade heeft ook actief voor de heer Wilders bemiddeld bij de Australische autoriteiten voor zijn visumverlening en beveiliging.

Vraag 4

Wat gaat u doen om te voorkomen dat dergelijke oekazes in de toekomst nog aan Nederlands diplomatiek personeel worden gezonden?

Antwoord 4

Een wijziging van consulaire richtlijnen acht ik niet noodzakelijk. Zie de antwoorden op de vragen 2 en 3.


X Noot
1

E-mail onderhands aan bewindspersoon verstrekt.

Naar boven