Vragen van de leden Van Klaveren en Helder (beiden PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het laffe Marokkaanse geweld tegen twee zusjes (ingezonden 6 augustus 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 20 augustus 2013).

Vraag 1

Kent u het artikel «Zusjes doodsbang na ruzie met Marokkaanse jongens»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is volgens u de reden dat Marokkanen liefst vijf keer vaker verdachte zijn van geweldsdelicten dan autochtonen?

Antwoord 2

Uit het Jaarrapport Integratie 2012 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat bepaalde achtergrondkenmerken (zoals sekse, leeftijd, huishoudinkomen, gezinssituatie, het hebben van een uitkering, hoogst gevolgde opleiding en stedelijkheid) samen een deel van het verschil in verdachtencijfers tussen autochtone jongeren en Marokkaanse Nederlanders verklaren.

Deze achtergrondkenmerken verklaren niet volledig de oververtegenwoordiging van Marokkaanse Nederlanders. Deze oververtegenwoordiging kan het SCP op basis van de beschikbare cijfers niet verklaren. Het lijkt echter plausibel dat factoren zoals het te laat herkennen van problemen in de ontwikkeling, zoals taalachterstand of psychische problemen, het niet adequaat optreden van ouders bij grensoverschrijdend gedrag van kinderen, slechte huisvesting en schuldenproblematiek een rol spelen. Migratie-, groepsspecifieke en culturele factoren kunnen hierbij ook van invloed zijn.

Vraag 3

Kunt u aangeven in hoeverre dit kabinet en de politieleiding het Marokkanenprobleem serieus nemen? Wanneer verwacht u dat het extreme geweld van deze groep stopt?

Antwoord 3

Het kabinet zet stevig in op het terugdringen van grensoverschrijdend gedrag van risicojongeren, individueel en in groepsverband. In deze aanpak wordt geen onderscheid naar etniciteit gemaakt, maar groepen die relatief vaker problemen veroorzaken zullen navenant meer met deze aanpak in aanraking komen. De aanpak van overlast op straat, of in dit geval in een recreatiegebied, is overigens in eerste instantie een lokale aangelegenheid. Gemeenten hebben daarbij een breed scala aan maatregelen tot hun beschikking.

Vraag 4

Wanneer ziet u in dat de meest structurele aanpak van dit probleem het oppakken, straffen en waar mogelijk denaturaliseren en uitzetten van het Marokkaanse tuig is?

Antwoord 4

Het versterken van de veiligheid en leefbaarheid in de samenleving is zowel voor kabinet als gemeenten een speerpunt. Overlast en criminaliteit worden extra stevig aangepakt. Waar nodig zal daarbij een «zero tolerance»-beleid worden gevoerd. Een succesvol veiligheidsbeleid bestaat naar mijn overtuiging uit een goede combinatie van preventieve en repressieve maatregelen. De intrekking van de Nederlandse nationaliteit wegens een veroordeling voor commune misdrijven is niet mogelijk.

Naar boven