Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over uitlatingen van de staatssecretaris over de dood van een verdachte van inbraak (ingezonden 27 september 2012).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 17 oktober 2012).

Vraag 1

Herinnert u zich uw publieke uitlatingen over de dood van een verdachte van inbraak in het Noord-Brabantse Diessen? Wat bedoelt u er precies mee dat dit sterfgeval een inbrekersrisico is?

Antwoord 1

Ik verwijs naar het antwoord op vraag 1 van het lid Kooiman (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 297).

Vraag 2

Is het waar dat u zich publiekelijk heeft uitgelaten over de schuldvraag in dit incident? Zo ja, hoe verhouden zich uw uitlatingen tot de ruimte die de strafrechter heeft om in deze individuele strafzaak tot een juridisch juist en rechtvaardig strafrechtelijk oordeel te komen? Vindt u ook niet dat u voor uw beurt heeft gesproken en daarmee op onaanvaardbare wijze de beoordelingsvrijheid van de rechterlijke macht heeft geschonden?

Antwoord 2

Ik verwijs naar het antwoord op vraag 2 van het lid Kooiman (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 297).

Vraag 3

Wat kunnen de potentiële gevolgen zijn van uw uitlatingen? Deelt u de mening dat uw uitlatingen kunnen worden opgevat als een apologie voor en misschien zelfs als een aanmoediging tot strafwaardig gedrag en daardoor aangemerkt zou kunnen worden als een overtreding van artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht?

Antwoord 3

Ik verwijs naar het antwoord op de vragen 3 en 4 van het lid Kooiman (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 297).

Vraag 4

Heeft u spijt van uw uitlatingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ik verwijs naar het antwoord op vraag 6 van het lid Kooiman (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 297).

Vraag 5

Bent u bereid om met serieuze maatregelen ter vergroting van de veiligheid en bescherming van eigendommen te komen of volstaat u ermee dat feitelijk burgers aan zichzelf en het recht van de sterkste zijn overgeleverd?

Antwoord 5

Om te voorkomen dat mensen slachtoffer worden van een overval of inbraak is het van groot belang dat mensen zelf preventieve maatregelen nemen om hun eigendommen te beschermen. Mochten burgers onverhoopt toch slachtoffer worden van zo’n misdrijf dan kunnen zij erop rekenen dat politie en OM dit voortvarend zullen onderzoeken. Misdrijven als bovengenoemde zijn aangemerkt als «high impact crime» en hebben landelijk opsporingsprioriteit. Ik onderschrijf dan ook niet de suggestie dat burgers zijn overgeleverd aan zichzelf en het recht van de sterkste.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kooiman (SP), ingezonden 27 september 2012 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 297).

Naar boven