Vragen van het lid Van Hijum (CDA) aan de minister van Financiën over de verklaring van geen bezwaar (vvgb) (Ingezonden d.d. 1 juli 2013).

Antwoord van minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 15 augustus 2013).

Vraag 1

Bent u er van op de hoogte dat een vermogensbeheerder die in het kader van een fusie een aandeel wil verwerven van meer dan 10% bij een andere vermogensbeheerder, dient te beschikken over een verklaring van geen bezwaar (vvgb), ook indien de betreffende onderneming reeds zelf over zo’n verklaring beschikt voor dezelfde activiteit?1

Antwoord 1

Ja. De vvgb wordt aangevraagd door degene die een gekwalificeerde deelneming wil houden, verwerven, of vergroten boven de geldende bovengrens van artikel 3:102, eerste lid, van de Wft (als bovengrens geldt 20, 33, 50 of 100 procent). Daarbij is het niet van belang of de beleggingsonderneming waarin de deelneming wordt verworven over een vvgb beschikt.

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat het aanvragen van een extra vvgb in deze situatie een kostbare, langdurige en administratief belastende en onnodige procedure voor de betreffende ondernemers is?

Antwoord 2

Indien een beleggingsonderneming een gekwalificeerde deelneming wil verwerven in een andere beleggingsonderneming, dient hij op grond van artikel 3:95 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) over een vvgb te beschikken. In artikel 3:100, eerste lid, van de Wft zijn de criteria vastgelegd waarop de aanvraag voor een vvgb getoetst wordt. Zoals blijkt uit die criteria is bij de beoordeling van belang of door de beoogde deelneming de financiële soliditeit van de betrokken beleggingsonderneming is gewaarborgd. Indien de vermogensbeheerder derhalve een gekwalificeerde deelneming wenst te verwerven in een andere vermogensbeheerder zal dus getoetst moeten worden of door de gekwalificeerde deelneming de financiële soliditeit van de andere vermogensbeheerder is gewaarborgd. Omdat het gaat om een andere onderneming (vermogensbeheerder) is dus een nieuwe toets, en derhalve vvgb, vereist.

Vraag 3, 4

Vindt u de eis van een extra vvgb proportioneel, gelet op de doelstelling uit het regeerakkoord om ondernemers de ruimte te geven om te kunnen groeien, en het streven naar vermindering van regeldruk en nalevingskosten (Bruggen slaan, blz. 10)?

Bent u bereid om voor situaties zoals geschetst in vraag 1 in overleg met DNB en AFM te komen tot een verkorte procedure die rekening houdt met een al eerder verkregen vvgb?

Antwoord 3, 4

Gelet op het antwoord op vraag 2 is de wettelijke regeling voor het aanvragen van een vvgb niet disproportioneel. Los daarvan geldt dat de beoordelingscriteria en de behandelprocedure van vvgb-aanvragen op Europees niveau geharmoniseerd zijn.2 Het gaat hier om maximum harmonisatie zodat afwijking door lidstaten niet mogelijk is.


X Noot
1

Art. 3:95 Wft jo. art. 41 Besluit markttoegang FO.

X Noot
2

Richtlijn nr. 2004/39/EG van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten (PbEU L 145) («MiFID Richtlijn») en Richtlijn nr. 2007/44/EG van 5 september 2007 betreffende procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector (PbEU L 247) («Antonveneta-richtlijn»).

Naar boven