Vragen van het lid Knops (CDA) aan de minister van Defensie over de berichtgeving dat militairen bij het «grofvuil» worden gezet (ingezonden 15 juli 2013).

Antwoord van minister Hennis-Plasschaert (Defensie) (ontvangen 9 augustus 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving dat militairen bij het «grofvuil» worden gezet?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 5

Klopt het dat honderden militairen en burgers door Defensie ontslag aangezegd hebben gekregen met een automatisch uitgedraaide, anonieme ontslagbrief, waarop namen van een contactpersoon of een handtekening ontbreken?

Hoe heeft dit kunnen gebeuren, zeker gezien het feit dat er al geruime tijd van tevoren bekend was dat deze ontslagrondes zouden komen? Hebben bezuinigingsoverwegingen een rol gespeeld bij de automatische wijze van het verzenden van ontslagbrieven?

Antwoord 2, 5

In de periode van 1 juli 2012 tot 1 juli 2013 hebben 64 defensiemedewerkers een brief gehad omdat zij vanwege overtolligheid worden ontslagen. Deze brief wordt opgesteld als gevolg van het ontslagbesluit dat door de leidinggevende is genomen. Aangezien de uit de rechtspositie voortvloeiende tekst van een dergelijke brief in vrijwel alle gevallen identiek is hanteert Defensie standaard ontslagbrieven die automatisch worden opgesteld door het Dienstencentrum Human Resources (DC HR). Om technische redenen was ondertekening van aanstellings- en ontslagbrieven aan militairen pas mogelijk sinds mei jongstleden. Aanstellings- en ontslagbrieven aan burgers zullen naar verwachting vanaf 1 oktober a.s. worden ondertekend.

Aan het ontslag gaat een langdurig traject vooraf waarin de persoonlijke benadering voorop staat, zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 4.

In de ontslagbrief wordt voor een nadere toelichting verwezen naar de P&O-adviseur van de desbetreffende medewerker met wie reeds intensief contact is geweest. Daarnaast worden de contactgegevens van het DC HR standaard opgenomen in de brief.

Vraag 3

Klopt het dat de vakbonden in het recente verleden al vaker aandacht gevraagd hebben voor de anonieme wijze waarop Defensie meent afscheid te moeten nemen van personeel en dat hierover door Defensie toezeggingen gedaan zijn die nu niet blijken te zijn nagekomen? Zo ja, wat is hiervan de reden?

Antwoord 3

De centrales van overheidspersoneel hebben al eerder aandacht gevraagd voor de automatisch gegenereerde ontslagbrieven. De technische realisatie van de ondertekening van ontslagbrieven heeft helaas echter langer geduurd dan Defensie had voorzien.

Vraag 4, 6, 7, 8

Heeft u begrip voor het verdriet, de woede en de verbijstering onder militairen die soms al twintig of dertig jaar bij Defensie werken, die voor vele missies ingezet zijn, en nu een anonieme ontslagbrief op de deurmat hebben gekregen?

Deelt u de opvatting dat deze kille, onpersoonlijke gang van zaken onverteerbaar is?

Welke maatregelen gaat u nemen om in het vervolg op een gepastere wijze afscheid van personeel te nemen?

Hoe wilt u voorzien in een passend afscheid voor de langst dienenden?

Antwoord 4, 6, 7, 8

Ik heb begrip voor de emoties die het ontslag bij de betrokken defensiemedewerkers teweegbrengt. Het gaat vaak om mensen die zich jarenlang voor Defensie hebben ingezet en die zich intensief verbonden voelen met de krijgsmacht. Gezien de noodzakelijke, ingrijpende reorganisaties is gedwongen ontslag helaas onvermijdelijk. Het ontslag is de uitkomst van een lang traject waarin de betrokken defensiemedewerker meerdere gesprekken voert met zijn leidinggevende, zijn P&O-adviseur en de adviseur van de Begeleidings- en Bemiddelingsorganisatie (BBO). Het gesprek met de leidinggevende staat vooral in het licht van het afscheid nemen van het eigen onderdeel. Met de adviseur van de BBO spreekt de medewerker over het vinden van ander werk.

Bij ontslag wordt in alle gevallen door de leidinggevende bezien hoe op passende wijze afscheid van de medewerker kan worden genomen.


X Noot
1

«Militairen bij grofvuil gezet», de Telegraaf, 10 juli 2013

Naar boven